Welkom bij ons magazine

CARNAVAL

Peter den Hollander

Ze kon zich niet meer herinneren door wie ze naar de psychiater was gestuurd. Waarschijnlijk had haar huisarts dat nodig gevonden. Geruime tijd al bezocht ze deze arts van de psyché, maar ze bemerkte geen veranderingen bij zichzelf.

De man ging vaak en langdurig op het overlijden van haar moeder in. De herinnering daaraan speelde zich af op een begraafplaats. Ze zag dan haar vader voor zich, met zijn intense verdriet. Zijn intense eenzaamheid, die hem steeds weer overviel wanneer het afscheid zo benadrukt werd. Zij voelde zich verantwoordelijk voor de leegte die hij van de begrafenis meenam en ze besloot ervoor te zorgen dat hij moeder zoveel mogelijk zou vergeten.

Als ze zo terugkeek naar die periode, dan kwam er een gevoel van tevredenheid. Ze had  het idee dat dat haar gelukt was. Maar de dokter had onevenwichtigheid in haar ontwikkeling ontdekt en de bezoldigd luisteraar moest dat rechtzetten.

Hij is er twee jaar mee bezig geweest en heeft niets kunnen vinden. Er kwamen geen antwoorden op de vragen die de these dat zij te jong was om het verdriet van haar vader op te vangen, konden schragen.

Op een dag vertelde ze van haar droom.

Ze stond op een plein, soms in een straat, maar nooit in een bos, al probeerden beelden van een ……het stadsbeeld weleens te verdringen. Er was een parade waar veel mensen naar stonden te kijken. In de optocht danste, op muziek die zij niet kon horen, een groep huizen. Hun ramen glommen in de zon. In het midden van dit dansende dorp torende een lange gestalte: de kerktoren die zich als clown had verkleed. Hij danste ook, statiger en moeizamer weliswaar, maar hij danste.

Hij was in vrolijk gekleurde kleren gestoken, een fel blauwe kiel en een rood gespikkelde zakdoek om de hals. De klok was zijn gezicht en op het kruispunt van de wijzers was een grote, rode, balronde feestneus geplakt. Toen de toren haar passeerde, hoorde ze klokken luiden: hij had koebellen aan levensgrote oren hangen. Het geklingel overstemde de geluiden die heel ver weg klonken. Ze hield haar handen op haar ogen.

Ze wilde dat de figuur die achter haar stond zich tegen haar aandrukte, maar dat deed deze nooit. Ze wist niet wie het was. Het lichaam voelde en rook vertrouwd en dat was prettig.

De kerktoren maakte zich los van het dorp dat hem in een kring gevangen hield. Hij draaide pirouettes en gaf omstanders een hand. Hij waggelde naar de overkant, plaagde daar wat mensen, draaide zich om en kwam haar kant op. Hij had niet zulke mooie ramen als de huizen, hij glom niet, en hoe dichterbij hij kwam hoe valer zijn kleuren werden. De rode steentjes werden bruin, werden vlekkerig en leken niet meer op de steentjes van de echte kerktoren.

De toren was groot en zij klein, toch keek hij haar recht in haar ogen toen hij haar ten dans vroeg. Zij wilde niet. De toren trok harder, maar zij won. Hij werd boos en blies zijn spitse punt op tot een op springen staande feestballon en die groeide weer en groeide tot een grote luchtballon, die tenslotte zo groot was dat hij van de toren losraakte en wegvloog. Plotseling deed de toren een raampje open en spoot een waterpistool in haar gezicht leeg.

Ze huilde en in haar droom was het alsof dat huilen dagen duurde.

De psychiater was laaiend enthousiast. De sessies namen in aantal en intensiteit toe. Ze moest de droom vele malen vertellen en hij hoorde haar over elk detail uit. Hij had een nieuwe these gevonden.

Na maanden van hard werken en veel gesprekken hád hij voldoende materie om er een dissertatie van te maken, maar hij had de hulp van justitie nodig om haar de wetenschappelijke basis te geven, waardoor hij voor een eredoctoraat in aanmerking zou kunnen komen.

Het proces tegen haar vader volgde al snel.

‘U geeft toch toe,’ schreeuwde de Officier van Justitie tegen haar vader, ‘dat u uw dochter in bed genomen heeft nadat uw vrouw was overleden?’ Vader knikte, het publiek zuchtte.

‘Wilt, U hardop antwoorden?’ vroeg de rechter.

‘Ja,’ mompelde vader. Zweetdruppeltjes parelden op zijn voorhoofd en het publiek gromde.

‘U geeft dus toe…’

Vaders advocaat interrumpeerde: ‘Dit is geen manier van vragen stellen, de Officier dwingt de verdachte tot een bekentenis, terwijl wij hier bezig zijn met het vaststellen van de feiten.’

De Officier dacht na en herformuleerde:

‘Het is uit de vakliteratuur bekend dat indien een man zich naakt in een warme omgeving bevindt, zoals in bed, dit hem seksueel prikkelt. Werd u seksueel geprikkeld toen u het bed met uw dochter deelde?’

‘Soms’. Het publiek werd onrustig. Vader veegde met zijn zakdoek zijn voorhoofd af.

‘En wat deed u dan? Stuurde u uw dochter weg?’

Vader stond op. ‘Is het dan verboden om van je dochter te houden, is het verboden om als je je vrouw verloren hebt, het kind dat van ons beiden is te knuffelen? Wie geeft u het recht mij ter verantwoording te roepen voor wat ik in bed doe?’

‘Uw dochter heeft een onvolwaardige geest, voor dat feit roepen wij u ter verantwoording. Uit het rapport van de psychiater blijkt dat u haar misbruikt heeft. Uit dat rapport blijkt dat het uw schuld is dat zij psychisch gestoord is, reageerde de rechter koel.

Vader huilde en het publiek ging zitten.

Zij was zo in twijfel geraakt. De psychiater leek de waarheid te spreken, de rechter had rechtgesproken, maar haar herinnering was niet het verhaal dat de psychiater uit de droom had gedestilleerd.

…………dit is 75% van het verhaal

Verder lezen? Bestel het hele verhaal hier. Kosten 1247 woorden x €0,001=1,25 + btw €0,11 betaalkosten € 0,30 = € 1,66.

Maak hier een donatie over aan de schrijver.

X