Piet Post schrijft zijn leven lang verhaaltjes, boeken en gedichten, zo ongeveer vanaf zijn vierde. Het merendeel daarvan waren probeersels met woorden. Toch zijn er twee romans uitgekomen waarvan Nabestaan nog steeds voorradig is op bol.com. Hij schreef tien jaar lang een column in het onderwijsblad Van Twaalf tot Achttien. Hij zegt van zichzelf dat hij […]
Lees meerAuteur: Piet Post
Nachtbeeld
(14 minuten leestijd)
Naakt op een lubberende onderbroek na staat hij op de overloop, op een krukje om precies te zijn. Het is bijna twee uur, buiten is het stikdonker, zeker waar hij woont, binnen brandt nog één lamp, recht boven zijn hoofd, een peertje. Het bijbehorende lampenkapje heeft hij de laatste keer dat hij de gloeilamp verving uit zijn handen laten vallen en van de trap af laten stuiteren. De hal lag vol scherven.
Bijna tachtig is hij en dat is hem aan te zien. Zo onder dat peertje zijn alle groeven en rimpels, alle kloven en littekens goed waar te nemen. Zijn lijf draagt de jaarringen aan de buitenkant. Niet dat er iemand is om ze te tellen, hij is al-leen en bezig naar bed te gaan. Zodra hij die stap zet in de richting van de nu nog duistere slaapkamer zal hij ook met een dronken gebaar zijn slip omlaag trekken en op de grond laten vallen, maar eerst drinkt hij zijn glas leeg, het nog half gevulde whiskyglas in zijn linkerhand, met een proostend gebaar naar het lampje opgeheven.
[…]
Bloemstraat 61
(15 minuten leestijd)
“Studentenhuizen zijn even onveranderlijk als rivieren,” zegt de man als hij achter mij de smalle trap beklimt die naar mijn kamer leidt. Ik heb hem een paar minuten geleden slapend aangetroffen in de hal, achter de fietsen en de piz-zadozen. Het eerste wat mij opviel waren de blote voeten die onder een aftandse slaapzak uitstaken. Pas daarna zag ik aan de andere kant van die slaapzak wat grijze krullen. Mijn entree deed hem met een schok ontwaken, waarbij hij zijn hoofd stootte aan een trapper.
De buitendeur had op een kier gestaan, het slot is al kapot zolang ik hier woon. Dat is niet heel erg omdat je daarna nog een deur door moet die wel op slot kan, eigenlijk is onze hal een voorportaal dat we als fietsenhok gebruiken. Meestal klemt die buitendeur maar nu had de grimmige oostenwind hem toch op een kier geblazen, kriegelig kleine sneeuwvlokjes meenemend. Er had zich een hoopje ge-vormd op de deurmat dat daar niet eens was gesmolten. Conclusie: in de hal vriest het ongeveer even hard als buiten.
[…]