Welkom bij ons magazine

Brengen scherven geluk?

( 15 minuten leestijd)

Ons dorp was niet anders dan andere Amerikaanse dorpen. Het was welvarend, had rijke inwoners, mooie huizen, veili-ge uitgaansgelegenheden en scholen waar je je kind graag naartoe zou sturen. In éen ding echter verschilde ons dorp van andere dorpen. Ons dorp was verdeeld in het zuiden en het noorden. De zuidkant was de kant die in de media ver-scheen, die bezocht werd door toeristen. De noordkant was ons geheim. Het stikte er van de criminaliteit, drugsdealers, ongeschoolde bewoners. De noorderlingen werden in de volksmond ook wel ‘het tuig’ genoemd.
Ik kwam uit het noorden. Uit het gat dat er voor buiten-staanders uitzag als een oorlogsgebied. Als je er opgroeide had je bij voorbaat al geen kansen in het leven. Maar zo slecht vonden de bewoners het er niet. Ze werden allemaal over één kam gescheerd en bevooroordeeld door de zuider-lingen, maar dat verbond hen juist. De noorderlingen had-den een gemeenschap waar ze thuishoorden. Behalve ik. Ik was een buitenstaander. Mijn vader werd gezien als de ne-derige slaaf van het zuiden. Over mijn vaders verleden wist ik niet veel. Het enige wat ik wist was dat hij in ons dorp was komen wonen voor mijn moeder, een echte noordeling. Mijn moeder overleed één jaar na mijn geboorte, en mijn vader had geen geld om weg te gaan uit het dorp. Omdat ik het enige was wat hij had, had hij zijn leven eraan gewijd mij een goede toekomst te geven. Dat betekende vriendjes worden met de mensen uit het zuiden. Ik, Aidan, had op papier een beter leven dan de meeste noordelingen. En toch was ik eenzaam.
[…]

Lees meer

Bergaf

( 2,5 minuut leestijd)

Vijfenvijftig paarden, ik beheers ze, maak ze mijn slaaf. De geur van de uitlaatgassen bedwelmt me, like napalm in the morning. Heerlijk, samen met die pilletjes met dat Ikea logo. Hoe komen ze erop. Weggespoeld met wodka werken ze nog beter.

Ik draai het gas van de KTM verder open en de kracht van de motor zwelt aan. De helling is stijl, aardkluiten vlie-gen om mijn oren. Niet té hard, anders klap ik achterover, haha, daar ging ik bijna. Niets mooiers dan motorcrossen in de bergen. Niemand te zien, King of the Hill. Ik wist niet eens dat je hier kon komen. Ik hoefde alleen maar dat hek los te knippen.
[…]

Lees meer

Een prettig vooruitzicht

( 3 minuten leestijd)

Heuvel op, staand op de trappers, denk ik niet meer aan mijn koude handen. Mijn benen malen rond en gretig adem ik de herfstlucht in. Dat van mijn broer maakt me nog steeds verdrietig. Zomaar, uit het niets. Hij had net zijn bedrijf verkocht en wilde van zijn kleinkinderen gaan genieten. Dat kan mij ook gebeuren, we waren net zo oud. Ik heb een goed leven gehad en Loes en de kinderen blijven verzorgd achter. Maar zouden ze af en toe nog aan me denken? Ik ben veel weg, altijd aan het werk. Behalve op zondagen, dan zorg ik dat ik thuis ben.
[…]

Lees meer

Gevangen in beschadiging

( 1,5 minuut leestijd)

Ik lig nog met mijn ogen wagenwijd open…Het is na 4 uur in de nacht. Hoelaat precies weet ik niet. Tijdsbesef heb ik al maanden niet meer. Soms weet ik niet eens in welke dag ik leef.
Ik voel mezelf beetje bij beetje vervagen.
Ik weet niet eens wie ik echt ben. Het voelt alsof ik in momenten ongemerkt mezelf verlies.

Gevochten heb ik tegen iedere beschadiging. Ik vulde elke gat of barst met liters secondelijm. Het stopt maar niet en het blijft ongebroken doorgaan. Nu voelt het alsof ik uiteindelijk dweil met de kraan open….
[…]

Lees meer

Tot op zekere hoogte

( 5 minuten leestijd)

De paters hadden in een van de gymzalen, het Rooms-Katholieke lyceum had er drie, alleen de tafeltjes voor de eindexamens door stoelen laten vervangen. Geen versie-ring, alleen een stoelenzee die uitkeek op een podium-constructie die tijdens de examens als controlepost had gefungeerd. Extra stoelen waren ook wel nodig, katho-lieke gezinnen waren talrijk en een diploma-uitreiking was toch echt wel een familieaangelegenheid, dus opa’s en oma’s werden ook verwacht. Die van hem zouden niet van de partij zijn, zij woonden te ver weg, onder de grote rivieren. En de ouders van de tweede man van zijn moeder waren te ver heen.

[…]

Lees meer

Viruswaarheid

(leestijd 1 minuut)

De GGD belt vanwege een positieve coronatest.
‘Tenslotte, mevrouw: hebt u last van smaakverlies?’
‘Integendeel, ik lust zelfs heel graag eten. Of is dat raar?’
‘Nee hoor. Ik adviseer u nog vijf dagen in isolatie te blijven en als u dan vierentwintig uur geen klachten hebt gehad, mag u weer naar buiten.’
‘Zonder nog een keer te testen?’
[…]

Lees meer

Nachtbeeld

(14 minuten leestijd)

Naakt op een lubberende onderbroek na staat hij op de overloop, op een krukje om precies te zijn. Het is bijna twee uur, buiten is het stikdonker, zeker waar hij woont, binnen brandt nog één lamp, recht boven zijn hoofd, een peertje. Het bijbehorende lampenkapje heeft hij de laatste keer dat hij de gloeilamp verving uit zijn handen laten vallen en van de trap af laten stuiteren. De hal lag vol scherven.
Bijna tachtig is hij en dat is hem aan te zien. Zo onder dat peertje zijn alle groeven en rimpels, alle kloven en littekens goed waar te nemen. Zijn lijf draagt de jaarringen aan de buitenkant. Niet dat er iemand is om ze te tellen, hij is al-leen en bezig naar bed te gaan. Zodra hij die stap zet in de richting van de nu nog duistere slaapkamer zal hij ook met een dronken gebaar zijn slip omlaag trekken en op de grond laten vallen, maar eerst drinkt hij zijn glas leeg, het nog half gevulde whiskyglas in zijn linkerhand, met een proostend gebaar naar het lampje opgeheven.
[…]

Lees meer

Bloemstraat 61

(15 minuten leestijd)

“Studentenhuizen zijn even onveranderlijk als rivieren,” zegt de man als hij achter mij de smalle trap beklimt die naar mijn kamer leidt. Ik heb hem een paar minuten geleden slapend aangetroffen in de hal, achter de fietsen en de piz-zadozen. Het eerste wat mij opviel waren de blote voeten die onder een aftandse slaapzak uitstaken. Pas daarna zag ik aan de andere kant van die slaapzak wat grijze krullen. Mijn entree deed hem met een schok ontwaken, waarbij hij zijn hoofd stootte aan een trapper.
De buitendeur had op een kier gestaan, het slot is al kapot zolang ik hier woon. Dat is niet heel erg omdat je daarna nog een deur door moet die wel op slot kan, eigenlijk is onze hal een voorportaal dat we als fietsenhok gebruiken. Meestal klemt die buitendeur maar nu had de grimmige oostenwind hem toch op een kier geblazen, kriegelig kleine sneeuwvlokjes meenemend. Er had zich een hoopje ge-vormd op de deurmat dat daar niet eens was gesmolten. Conclusie: in de hal vriest het ongeveer even hard als buiten.
[…]

Lees meer

Ze noemden hem Jan

(8 minuten leestijd)

Het was een zachte nacht in maart toen hij geboren werd. In Groot-Ammers brandden nog kaarsen achter de kanten gordijnen van een klein wit huisje. De baby was hun eerste, en hij had bolle wangen en helblauwe ogen. Zijn moeder was dolgelukkig dat hij gezond geboren werd en sloot hem liefdevol in haar armen. Hij kreeg de naam Jan, naar de oud-ste broer van zijn vader. Niemand had toen gedacht dat dat geen toeval kon zijn. Dat het lot van kleine Jan met die naam al werd bezegeld. Alsof ze met drie letters een profe-tie over hem uitspraken. Een vloek, of misschien ook een zegen.
Het was 1927, een tijd dat de wereld niet op kon. In Amerika verdienden de burgers gouden dollars met de aan-delenverkoop. Nederlandse kooplui konden hun waar overal kwijt. De handel floreerde, en bloemen, kaas en boter gin-gen de hele wereld over. Ook Jans vader profiteerde daar van mee. Marius had een goede baan bij het rijk als zuivel-keurmeester en verliet hun huisje elke dag met opgeheven hoofd. Misschien was hij dan niet zo succesvol als zijn broer Jan, het inkomen voor zijn gezin kwam elke week binnen en dat was voor Marius voldoende.
[…]

Lees meer

Kringen in het meer

(6 minuten leestijd)

Hij keek naar de plek waar de kringen in het water langzaam verdwenen waren. Een minuut geleden, veel meer was het niet. Julian herkende de golfjes. Ze waren hetzelfde als wanneer ze stenen over het water ketsten.
‘Zullen we kijken wie het verste komt?’ Haar stem galmde over het meertje. Ze pakte een platte kiezel en liet hem over het oppervlak suizen. Pas na acht keer stuiteren kwam de steen tot stilstand en zonk naar de bodem. ‘Nu jij Juul.’
Gek hoe zo iets kleins op zo iets groots kon lijken. Julian bleef naar de plek staren waar de rimpelingen waren opgelost. Nu was het water spiegelglad. Als de steen tot stilstand kwam zag je er niets meer van. Hij knipperde even met zijn ogen en keek opnieuw. Elke druppel bleef onbewogen.
‘Je gaat nooit van me winnen.’ Ze knipoogde naar hem en pakte nog een steentje van de grond. Na tien sprongen verdween het eindelijk onder het wateroppervlak. Ze draaide zich grijnzend naar hem toe en strekte haar armen uit.
[…]

Lees meer

Kunst

(8 minuten leestijd)

Omdat ik een uitnodiging had gekregen, waarin stond dat mijn aanwezigheid bij de opening van de schilderijen-tentoonstelling van Madelène de Boer, zeer op prijs zou worden gesteld, stond ik op een zonnige zaterdagmiddag in een wat bedompt straatje, waar zich de galerie bevond, waar ik mij zou gaan laven aan de creatieve oprispingen van Ma-delène.
Zij was de dochter één mijner kennissen en werd al op jeugdige leeftijd gegrepen door de kunst. Terwijl haar vriendinnen zich bezighielden met alles waar jonge meisjes zich op die leeftijd nu eenmaal mee bezighouden, kozen de innerlijke driften van Madelène een geheel andere richting en stortte zij zich met penselen en verf op het ongerepte doek. Zoals een bakker broodjes bakt, zo produceerde Ma-delène kunstwerken. De een na de ander, ze ging maar door, er was geen houden meer aan. Je brak je nek over de schil-derijen, in alle maten, van klein tot groot en alles wat zich daar tussenin bevond.
[…]

Lees meer

Bloemen

(6 minuten leestijd)

‘Is het voor u zelf of is het een cadeautje?’
‘Een cadeautje,’ zei ze.’
‘Mooi,’ zei de man, die half verscholen ging achter zijn han-del, ‘dan zullen we daar eens even extra aandacht aan beste-den.’
Het “we” wekte de suggestie dat hij met zijn vingers zou knippen, waarop van alle kanten als duveltjes uit doosjes allerlei medewerkers zouden springen, die zich dan met ongekende energie op de bos bloemen zouden storten, om er de extra aandacht aan te besteden die de man zo-even beloofd had.
Niets bleek minder waar. “We” was hij gewoon zelf.
Hij legde de bloemen opzij, scheurde een stuk cellofaan van de rol en met een ongekende tederheid begon hij de bos in het dunne folie te rollen. De man hield van zijn bloemen, dat was duidelijk.
Even speelde ze met de gedachte om hem te vertellen voor wie de bloemen bestemd waren, maar aangezien de man zo opging in zijn werkzaamheden deed ze het niet.
‘Lintje erbij?’ vroeg hij.
‘Ja, doet u maar,’ antwoordde ze.
[…]

Lees meer

De eerste patiënt

(3 minuten leestijd)

De thee was nog maar amper doorgeslikt of daar gingen we weer. Op naar de balie dit keer.
Een man met wit haar kwam de lege wachtruimte van de apotheek binnen. Hij was nog niet eens bij de balie en hij riep: ‘Eh, komt iemand me nog helpen of niet?’
Petra liep naar voren en wenkte mij met haar mee te gaan. Ze begroette de man en kreeg wat gebrom terug. Ze vroeg hem naar zijn naam en geboortedatum.
‘Harms, 1938’, snauwde hij meer nog dan dat het praten was. Ik bekeek hem eens goed en zag dat hij in zijn pyjama stond. Hij had rimpels in zijn gezicht en smeet een grote envelop op de balie.
[…]

Lees meer

IJs

(5 minuten leestijd)

Het zweet stroomt in straaltjes langs Moeders rug. Het hengsel van de boodschappentas snijdt in haar hand.
‘Tanya, waar blijf je nou?’
Haar dochter is blijven staan voor de vitrine van de ijssalon.
‘Mama, ik wil een ijsje’
Moeder zucht. Zet haar boodschappentas op de grond Ze had zo gehoopt dat Tanya de vitrine genegeerd had.
‘Kom doorlopen, je krijgt thuis een ijsje. Je weet toch dat Opa en Oma dadelijk komen eten? En we willen ze niet voor een dichte deur laten wachten. Toch?’
‘Ik wil een ijsje!’ zegt ze terwijl ze met haar voet op de grond stampt.
[…]

Lees meer

Meneer Stuyfersant +

(5 minuten leestijd)

Hij stelde zich desgevraagd op zo’n toon met zijn achter-naam voor dat de ander het daarmee maar moest doen en als die daar dan geen genoegen mee nam en hem naar zijn voornaam vroeg herhaalde hij zijn achternaam zuch-tend alsof hij in eerste instantie al niet duidelijk genoeg was geweest. Als kind was zijn voornaam als roepnaam geen probleem, toen sneden de naamgrapjes nog geen hout. En toen ze dat wel begonnen te doen, zeker toen de beelden op de sigarettenpakjes hun schaduw wierpen op de illusie van onmetelijke rijkdom en zorgeloos geluk, besloot hij zijn voornaam achterwege te laten en zich al-leen met zijn achternaam voor te stellen.
[…]

Lees meer
X