Welkom bij ons magazine

Vrijgekocht

hoofdstuk 1: Zoete zonde

Iedereen vandaag de dag heeft al snel zijn oordeel klaarliggen. De meesten hebben slechts één minuut nodig om dit oordeel te vellen. Dit kan zijn door je afkomst, status, of zoals bij mij, mijn beroep. Eén minuut, zestig seconden. 57…58…59… Oordeel geveld.
Absurd vind ik zelf, want ieder mens is tenslotte uniek. Een eigen wezen met een geweten, een doel, en vooral een ziel. Degene die achter mijn beroep zijn gekomen dankzij deze of gene hebben vaak geprobeerd om op mijn ziel te trappen met de woorden die ze in hun mond namen.
Zo hebben ze me alle scheldwoorden die ze konden verzinnen al minstens een keer naar mijn kop gesmeten. Dit heeft ook voordelen, want door de jaren heen heb ik daardoor al een stevige muur om mijn hart kunnen bouwen.
Een paar van deze scheldwoorden waren
‘Slet, hoer, egoïst.’
Sommige waren ook zeer creatief en al waardeer ik alle vormen van creativiteit hun oordeel kwam niet minder hard aan.
Ze vertelden mij dat ik zondes bega, dat ik misbruik maak van mensen, dat ik geen eigenwaarde heb en ze vroegen me zelfs of ik geen beter werk kon vinden. Maar als dit leven telt als een van de zoveel zondes die god ons verbiedt, vind ik dit wel een hele zoete zonde.
Nu is het zoet, maar ik heb er veel voor moeten opofferen. Een verleden die te pijnlijk is om over te praten en ik zelden aan terug wil denken. Een verleden dat op je netvlies blijft branden en eentje die je niemand toewenst.
Mijn gedachtes dwalen af en ik hoor mijn schreeuw. Mijn tranen beginnen te branden achter mijn ogen en ik haal diep adem. Flitsen van mijn oude werkgever, de vette vieze mannen waarmee ik naar bed moest, en de bittere tranen die zijn weg vonden naar mijn veel te dunne matrasje.
Ik schrik wanneer ik een warme hand op de mijne voel.
‘Hey’ zegt een diepe stem van de man met koperkleurig haar die voor mij staat. Zijn Britse accent sijpelt er zachtjes doorheen.
Ik kijk in zijn ogen en veeg mijn tranen af. Hij sluit de laptop op mijn schoot en legt hem naast me neer.
‘Hey’ fluister ik met een gebroken stem terug. Mijn keel dichtgeknepen door de herinnering van de horrors van toen.
De waterdruppels kleven nog in zijn baard en snor, maar van zijn lichaam druppen ze af.
‘Je moet je kasjmieren dekens niet verprutsen.’ Zeg ik zacht.
Hij glimlacht naar mij waardoor zijn lachrimpels nog beter naar voren komen. De leeftijd die hij in werkelijkheid is, zal je hem in die eerste minuut van je oordeel niet geven. Voor een man van zestig ziet hij eruit als ergens rond de vijftig.
Ik plant een kusje op zijn neus voordat ik het bed uitkruip en rondloop in zijn slaapkamer. ‘Plannen vandaag?’ vraag ik terwijl ik de inloopkast inloop.
‘Niet echt. Ze voorspellen goed weer dus misschien zouden we een wandeling kunnen maken en daarna een terrasje pakken?’ vraagt Mark terug.
Ik kijk door het kleine stapeltje kleren die ik in de hoek heb liggen. Kleding en make-up waren nooit echt mijn ding dus waarom zou het nu wel zijn nu ik ‘sugardaddy’s’ heb? Ik zucht en trek een willekeurig groenkleurig shirt uit de stapel. ‘Groen, waarom ook niet?’ denk ik bij mezelf.
Het zal me beter zitten dan zwart met deze tempraturen tenminste. Ik gooi mijn pyjama van mijn lijf en trek mijn kleren aan. Binnen de minuut sta ik weer buiten de inloopkast.
Mark fronst en loopt een rondje om mij heen terwijl hij me bestudeert.
‘Groen, een spijkerbroek en een rood wollen vestje… chic hoor. Goede keuze, zeer modieus.’ Zegt hij.
Ik lach en schud mijn hoofd. ‘Trek je ook iets aan of ga je vandaag naakt naar buiten?’ plaag ik terug.
Hij haalt zijn wenkbrauw op en glimlacht ondeugend naar mij. ‘Denk dat ik er nu wel representatief uitzie. Zullen we gaan, schat?’
‘Ach ja… kijken zullen ze toch wel, dus waarom ook niet.’ Antwoord ik.
Mark fronst en blijft stil.
‘Misschien toch maar iets aandoen. Ik zou niet willen dat je een verkoudheidje vat.’ Plaag ik.
Hij knikt en loopt de inloopkast in.
Terwijl ik wacht kijk ik even rond in zijn slaapkamer. Houten handgesneden meubels met een grote tv en nog een groter bed, maar hoe groot het is, het gaat totaal niet op in de afmetingen van deze immense slaapkamer. Een oud typmachine, meerdere souvenirtjes van verre tropische landen en vele mythische boeken, waaronder een paar van de zijne.
Een man met een eindeloze fantasie, een liefde voor mythische wezens en een passie voor schrijven. Ondeugend met een goed gevoel voor humor die niet verlegen is om mij te plagen wanneer hij het nodig vindt. Dit is hoe ik hem zal beschrijven mocht iemand het ooit aan mij vragen.
Mijn aandacht wordt getrokken door mijn telefoon die lichtjes trilt op het nachtkastje.
‘Nieuwe batterijen nodig, Sky?’ vraagt Mark vanuit de inloopkast,
‘Het is mijn telefoon niet mijn…’ Ik stop middenin mijn zin en lees het bericht die ik net heb binnengekregen.
‘Goedemorgen, goed geslapen?’
Ik glimlach en druk op zijn profielfoto. Een forsgebouwde man met donkere ogen, wilde wenkbrauwen en een dominante blik. Slechts façade als je het mij vraagt. Zo dominant of streng is hij totaal niet, alleen maar schijn.
Ik kijk naar de inloopkast terwijl mijn vingers blindelings een antwoord typen.
‘Korte nacht, maar zeer genoten.’ Plaag ik.
Niet lang nadat ik het bericht verstuur, krijg ik al een antwoord terug,
‘Bij Mark nog steeds? Die ouwe snoeper krijgt de laatste tijd meer liefde dan ik.’
Ik spot en wanneer ik een bericht terug typ komt Mark uit de kast gelopen in een nachtblauw hemdje, een zwarte pantalon en stevige loopschoenen.
‘Jaloers hoef je niet te zijn. Ik heb meer dan genoeg liefde voor jullie allemaal. Ik zie je dinsdag toch?’ antwoord ik op Claes zijn bericht.
‘Geheime aanbidder?’ vraagt Mark nieuwsgierig als hij mij benadert.
‘Niet geheim hoor. Je kent hem. Het is Claes.’ Antwoord ik wanneer ik op verzend druk.
‘Ah ja… Hij… Met hem heb ik nog een appeltje te schillen.’ Zegt hij mysterieus.
Ik frons en schud mijn hoofd.
‘Waarom?’ vraag ik verbaasd.
‘Dat zal je later wel nog zien, maar voor nu zullen we gaan? Nu de zon nog op is en schijnt.’ Antwoordt hij met een kleine glimlach.
Ik grijp zijn hand en begin mijn wandeling door het enorme landhuis. Vroeger raakte ik hierin verdwaald, maar nadat Mark mij een map had getekend en zelfs plakbriefjes had opgehangen weet ik hoe het huis in elkaar steekt. We passeren Trudy, een oudere kuisvrouw die soms in zichzelf aan het neuriën is. Zei is een van de weinige die mij en Mark accepteren zoals wij zijn. Verliefd, ook al is het met een leeftijdsverschil.
Ik bijt op me lip en herinner me dat ik mijn pyjama gewoon op de vloer heb laten slingeren. ‘Shit’ fluister ik tussen mijn kiezen door. Mark keert zijn hoofd naar mij.
‘Mijn pyjama,’ fluister ik.
‘Geen zorgen. Die zal ze pas in de wasmand terugvinden.’ Zegt hij.
Wanneer we bijna bij de voordeur zijn kijkt Trudy op. ‘Meneer?’ vraagt ze.
Mark keert zich direct om. Hij glimlacht vriendelijk terwijl hij knikt.
‘Zijn er nog boodschappen nodig die niet op het lijstje in de keuken staan?’ Vraagt Trudy.
Mark kijkt naar mij, maar ik schud mijn hoofd.
‘Nee. Toch bedankt om het te vragen.’ Antwoord hij.
Trudy knikt en gaat verder met stofzuigen. Ik en Mark lopen door en net voordat ik de deur achter me dichttrek hoor ik Trudy zachtjes een melodie neuriën.
De zon schijnt op me neer en ik trek meteen mijn vestje uit. Ik knoop hem rond mijn middel en klem mijn hand rond Mark zijn arm. Van zijn landhuis wandelen we naar het park, waar de vroege vogels zachtjes ons toezingen. Honden rennen achter eenden aan en zoals gewoonlijk voel ik de brandende ogen van de voorbijgangers.
Ze fluisteren net iets te hard en ik zie hoe Mark zijn gezicht betrekt. Niet omdat hij het erg vindt voor hem. Maar omdat hij het erg vindt voor mij, want iedereen van deze stad kent mij maar om een reden. Namelijk mijn relatie met hem.
‘Laat ze lekker kijken, joh.’ Fluister ik tegen hem.
‘Ze hebben niets beters te doen.’ Voeg ik eraan toe.
Hij zucht, knikt en kijkt naar de opkomende winkeltjes en bakkerijen.
‘Heb je al honger?’ vraagt hij aan mij.
‘Ik lust wel iets, ja. Die nieuwe bistro uitproberen?’ vraag ik.
Hij haalt zijn schouders op en wandelt met mij door de stad. Kinderen spelen luidruchtig in de speeltuin, auto’s rijden ons voorbij en mensen sjouwen tassen vol boodschappen uit de supermarkt.
We slaan de hoek om en komen uit in een groene, rustige straat. Ik ontspan en staar naar de oude stenen gebouwen.
‘Misschien zou Dracula hier een straatje verder wonen.’ Zeg ik.
Mark spot en knikt. ‘Ik denk zo dicht mogelijk bij de bloedbank en ergens met weinig zon.’ Zegt hij.
Ik kijk rond en zie een stenen gebouw met een puntdak, glas in lood ramen en een grote kersenhouten deur. Ik wijs ernaar en Mark lacht.
‘Zullen we aanbellen?’ vraagt hij.
Ik schud mijn hoofd. ‘Nee. Hij zal waarschijnlijk nog slapen.’
We verdwijnen een nauw zijstraatje in en ik voel hoe Mark mij stevig vastgrijpt. Hij duwt me voorzichtig naar een muur en kust me. Mijn hart slaat op hol en ik geef in, met passie zoen ik hem terug en trek ik hem dichtbij mij. Zijn handen dwalen af en strelen mijn borsten, mijn dijen en mijn kont.

[…]

Verder lezen. Koop dit hoofdstuk voor 2147 x € 0,001 = € 2,15 x 75% (omdat het een feuilleton is)= €1,61 + btw € 0,14 + betaalkosten € 0,30 = € 2,05.

Extra donatie aan de schrijver.

X