Welkom bij ons magazine

Vrijgekocht

hoofdstuk 2: Zure accusaties

Mark snuift beledigd en kijkt de bediende met een sinistere glimlach aan. ‘Mijn excuses, maar ik ben bang dat ik je verkeerd verstaan heb. Wat zei je precies?’ zegt Mark uiterst beleefd.

De bediende draait zijn hoofd naar Mark. ‘Oh, niets bijzonders, ik bedoel gewoon dat de meeste jongeren liever met vrienden of geliefde op stap gaan,’ antwoord de bediende.

Mark knikt beleefd, maar ik herken dit gezicht. Het gezicht dat hij de bediende in zijn hoofd op meerdere manieren afmaakt. Een slim uitziende man in nette kleding komt naar buiten en kijkt naar de bediende.

‘Is er een probleem?’ vraagt de man. De bediende draait zich om en schudt zijn hoofd.  ‘Alles behalve dat uw bediende ons net verbaal heeft aangevallen.’ antwoord ik. De man keert zijn hoofd naar ons en ik zie zijn ogen verwijden. ‘Stomme idioot.’ fluistert hij naar zijn bediende.

‘Mijn welgemeende excuses, mevrouw, meneer… Deze bediende heeft nog een lange weg te gaan,’ zegt de man. De man neemt een stap naar ons toe terwijl hij zijn hand uitsteekt naar Mark.

‘Mijn naam is Theo, de eigenaar van deze bistro. En u bent Lord… ‘ Het gezicht van de jongen betrekt. ‘Oh man… dus het gerucht is waar,’ zegt de bediende.

Theo draait zich langzaam en vol woede om. ‘Terug naar de keuken… nu!’ De bediende druipt af naar de keuken en verdwijnt. ‘Vergeef het hem alstublieft, meneer, sommigen hebben helaas al snel hun woordje klaarliggen,’ zegt Theo geschokt.

Ik zucht, knik en richt mijn ogen op de grond. ‘Laat het mij alsjeblieft goedmaken met een ontbijt op onze kosten, milord,’ suggereert Theo.

Mark spot en schudt zijn hoofd. ‘Voor de woorden van een serveerder gaat u toch uw bistro niet in schulden laten opgaan?’ vraagt Mark. ‘Het is al goed. Als het de volgende keer maar niet meer gebeurt als we hier komen ontbijten,’ voeg ik eraan toe. Theo kijkt opgelucht naar ons en dan terug naar de keuken.

‘Ik zal u verzekeren dat dat niet meer gebeurt… goedschiks of kwaadschiks,’ bevestigt Theo voordat hij een kleine buiging doet en naar de keuken toestormt.

Ik zucht en kijk naar de omgeving rond mij. Naar de drukke straten en naar het park dat net binnen oogbereik ligt. Wanneer er een warme hand op de mijne wordt gelegd, keer ik mijn hoofd naar Mark. Ik ontdek een kleine glinstering van verontschuldiging in zijn ogen. Ik adem diep in, voordat ik hem een zacht knikje geef.

‘Ik zou mijn maag liever met iets anders vullen, maar als dit de prijs is om met jou een relatie te hebben dan neem ik het er graag bij,’ zeg ik. Mark observeert mijn houding even, voordat hij zachtjes over mijn hand wrijft.

Een vrouwelijke bediende komt naar onze tafel met onze bestelling.  Nadat ze het broodje en de thee voor mij neerzette en daarna Mark bedient kijkt ze ons beide in de ogen en geeft ons een warme glimlach. ‘Nogmaals bedankt. Ik zal hier lang van nagenieten,’ zegt ze voordat ze weer verdwijnt in de bistro.

De wind blaast en daardoor ril ik. Mark grijpt meteen naar zijn jas, maar ik schud mijn hoofd.

‘Dank je, schat, maar dat hoeft niet,’ reageer ik.

‘Als je maar weet dat je er alleen maar om hoeft te vragen, ´ antwoordt hij.   Ik knik en murmel zachtjes een ´eet smakelijk. ´  ´Eet smakelijk.’ zegt hij terug.

We beginnen aan ons ontbijt en mijn ogen verkennen het terras maar ook de wegen en het gedeelte van het park dat niet verscholen ligt achter het vele groen. Mijn hart zinkt in mijn maag wanneer ik oogcontact maak met een lange man in de schaduwen van het park. Iets klopt niet en mijn gevoelens waarschuwen me daarvoor, maar wat mij precies zo alert maakt kan ik mijn vinger nog niet op leggen.

Ik keer mijn hoofd langzaam terug naar Mark. ´Hoe is je wafel? ´ vraag ik beleefd. ´Beslis dat zelf maar,´ antwoordt hij met een warme glimlach voordat hij een stukje afsnijdt en het aan mij voert. Ik knik terwijl de smaken exploderen in mijn mond, van het zoet van de wafel tot het zure van het fruit.  ´Goed, zeer goed. Misschien neem ik dit de volgende keer ook wel. ´

De man bij het tafeltje naast ons gooit een twintig eurobiljet op tafel voordat hij en zijn vrouw wegstormen. De blik van de vrouw blijft nog even geconcentreerd op mij staren, terwijl haar man haar door de straat heen leidt. Ik frons en laat mijn ogen weer dwalen naar het park, waar dezelfde man mij nog steeds van op een afstand staat te observeren.

Gerommel achter het bistroraam trekt mijn aandacht. Het is Theo die een houten bord plaatst achter het raam.  Ik blijf hem aan staren, terwijl ik verder eet.

‘Is er iets?’ fluistert Mark.

Ik knik en wijs met mijn neus naar het bord.

‘Hij zal toch niet…,’ fluister ik.

Mark zucht. ‘Ik ben bang van wel, anders zou hij niet naar nog een bediende op zoek zijn.’   Mijn maag keert om en even kijk ik droevig naar de bistro. Theo merkt mijn blik op en komt naar ons toe.

‘Alles naar wens?’ vraagt hij.

Ik knik en kijk naar het kleine stukje brood dat ik tussen mijn handen klem.   ‘Overheerlijk en bijna jammer dat het al op is.’ Complimenteer ik.

‘Dan moeten we snel maar een keer terugkomen. Zo kunnen we alles op het menu een keer proeven,’ voegt Mark eraan toe.

[…]

Verder lezen. Koop dit hoofdstuk voor € 1,50 + btw € 0,14 + betaalkosten € 0,30 = € 1,94.

Extra donatie aan de schrijver.

X