Welkom bij ons magazine

Baby Hitler

‘Ik kan het niet geloven! Ik ben echt terug in de tijd! Hier sta ik, in het ziekenhuis van Braunau Am Inn in Oostenrijk in het jaar 1889. Het is toch wel 20 april?’ Sarah Rozenbaum knijpt in haar pols en de pijnsteek laat haar tevreden knikken.
‘Ik besta,’ knikt ze en kijkt snel rond, ze is alleen en trekt voor de spiegel in de dames wc haar witte gesteven schort recht. Ze duwt wat zwarte krullen onder het kapje op haar hoofd te duwen. Haar bruine ogen kijken vastberaden, ze weet dat er in het schort de injectiespuit wacht. Het enige wat niet klopt zijn haar voeten, ze heeft geen schoenen aan.
Even leunt de jonge vrouw op de wasbak en knijpt haar ogen dicht. De opdracht van haar opa’s was haar al vanaf jong met de paplepel gevoerd.
Haar opa’s hebben in de tweede wereldoorlog in een kamp gezeten en als tweeling vreselijke testen mee moeten maken. Sarah doet haar ogen weer open en kijkt in de spiegel. ‘Ik ga het doen,’ zegt ze vastberaden. ‘Ik vermoord baby Hitler!’
Sarah kijkt om als ze een schrille gil hoort, het gebeurt precies op dit moment. Hitler wordt geboren en zij is hier om de toekomst te veranderen. ‘Ik ga het doen,’ knikt ze opnieuw ferm tegen haar spiegelbeeld, ‘ik vermoord baby Hitler!’
Zodra Sarah in de kraamkamer aankomt, wordt haar meteen een kleine baby in de armen geduwd. ‘Het is een jongen,’ knikt de Oostenrijkse arts haar opgetogen toe.
Op de kraamtafel ligt de oudere vrouw na te hijgen. Ze kijkt gretig naar haar, maar Sarah loopt weg. Hoe minder de moeder van dit kind ziet, des te beter, besluit ze.
Achter haar wordt geroepen, daar luistert ze niet naar, terwijl ze zich de wc in haast met de kleine baby.
‘Daar ben je dan.’ Tevreden legt Sarah de pasgeborene in de wasbak. De kleine baby draait het hoofdje met schokjes, het beweegt de armpjes en maakt zachte geluidjes.
‘Ik haat jou!’ Sarah haalt de injectiespuit uit het schort. ‘Door jou is bijna mijn hele familie vermoord! Door jou zijn er miljoenen vermoord. Je moet dood,’ zegt ze. Toch begint haar vastberadenheid te twijfelen. ‘Dat begrijp je toch wel?’
De kleine baby kijkt haar aan en lacht! Het strekt de handjes naar haar uit en trappelt met de beentjes. Zijn blauwe ogen stralen vol onschuld.
‘Denk je dat ik jouw moeder ben?’ Sarah stapt vol weerzin achteruit. ‘Je bent een moordenaar,’ zegt ze en voelt een huivering over haar rug. ‘Je moet dood!’
De kleine baby ziet er zo onschuldig uit. Sarah draait met een ruk om, ze twijfelt. ‘Wat als ik hem leer dat Joden geweldige mensen zijn met recht tot leven? Ik kan zijn moeder zijn?’ Een moment denkt ze eraan om dit kind mee te nemen en op te voeden, maar ze haalt diep adem.
Er is haar uitgelegd hoe tijd fluctuaties kunnen werken. Hoe dan ook zal dit kind ooit iets vreselijk kunnen gaan doen.
Langzaam draait ze om en klemt de injectiespuit stevig vast.
Ze durft nauwelijks te kijken en ramt de injectiespuit in het hart van de baby, het wordt stil. Er klinken geen geluidjes meer?
Sarah slaat de doek over het dode kind en kijkt in de spiegel, ze vreest zichzelf te zien als een vreselijk mens. Nee, ze ziet er juist gewoon uit. Haar ogen zijn wel vochtig en ze heeft rode wangen. Diep haalt de Jodin adem. Het is gebeurd, knikt ze tevreden. Hitler is dood. Ineens voelt ze een schok door haar heen gaan. Verbijsterd leunt ze op de wasbak en staart in de spiegel. wat gebeurt er toch?
Wat gebeurt er met haar gezicht? Haar handen trillen en met grote ogen ziet Sarah zichzelf vervagen.
Haar stem vaagt weg, terwijl ze fluistert, ‘mammie?’

‘Het zal haar lukken, broederlein,’ glimlacht de oude man met zijn gerimpelde gezicht. Hij klopt met bevende handen op de wielen van zijn rolstoel. ‘Sarah is een goed meisje. Zij gaat het doen en dan zal deze wereld een monster armer zijn.’
Een tweede oude man, het evenbeeld van de eerste, klopt koekkruimels van zijn witte jas. Zij kijken samen om naar de tijdmachine die zij ontwikkeld hebben. Er stijgt damp op van het titanium kabinet, ervoor staan twee zwarte schoenen.
‘Eindelijk zullen wij weten of wij ons leven niet voor niets aan het bouwen van de tijdmachine hebben besteed,’ knikken de oude mannen elkaar toe.
Dag in, dag uit hebben zij er alleen maar erover gedroomd om terug in de tijd te gaan om deze positief te veranderen. Eindelijk, op de vooravond van hun naderende dood zal hun enige kleinkind hen het glorieuze moment bezorgen. De dood van Adolf Hitler.
De dood van een tiran die nooit geboren had mogen worden.
‘Onze kleindochter had geen bezwaar tegen de tijdreis,’ knikt Efrayim tevreden. ‘Zij zal hem doden en dan kunnen wij met gerust geweten sterven.’
‘Laten wij het hopen,’ knikt Efraïm hem toe. ‘Zij mag niet falen, dit is onze laatste en enige kans en het ergste…’ Zij kijken naar het verwrongen kabinet waar hun kleindochter vrijwillig in is gestapt.
[…]


Verder lezen? Koop het hele verhaal hier.. Kosten € 1,50 + btw € 0,14 + betaalkosten € 0,30 = € 1,64.

Extra donatie aan de schrijver.

X