Welkom bij ons magazine

Brengen scherven geluk?

Ons dorp was niet anders dan andere Amerikaanse dorpen. Het was welvarend, had rijke inwoners, mooie huizen, veilige uitgaansgelegenheden en scholen waar je je kind graag naartoe zou sturen. In éen ding echter verschilde ons dorp van andere dorpen. Ons dorp was verdeeld in het zuiden en het noorden. De zuidkant was de kant die in de media verscheen, die bezocht werd door toeristen. De noordkant was ons geheim. Het stikte er van de criminaliteit, drugsdealers, ongeschoolde bewoners. De noorderlingen werden in de volksmond ook wel ‘het tuig’ genoemd.

Ik kwam uit het noorden. Uit het gat dat er voor buitenstaanders uitzag als een oorlogsgebied. Als je er opgroeide had je bij voorbaat al geen kansen in het leven. Maar zo slecht vonden de bewoners het er niet. Ze werden allemaal over één kam gescheerd en bevooroordeeld door de zuiderlingen, maar dat verbond hen juist. De noorderlingen hadden een gemeenschap waar ze thuishoorden. Behalve ik. Ik was een buitenstaander. Mijn vader werd gezien als de nederige slaaf van het zuiden. Over mijn vaders verleden wist ik niet veel. Het enige wat ik wist was dat hij in ons dorp was komen wonen voor mijn moeder, een echte noordeling. Mijn moeder overleed één jaar na mijn geboorte, en mijn vader had geen geld om weg te gaan uit het dorp. Omdat ik het enige was wat hij had, had hij zijn leven eraan gewijd mij een goede toekomst te geven. Dat betekende vriendjes worden met de mensen uit het zuiden. Ik, Aidan, had op papier een beter leven dan de meeste noordelingen. En toch was ik eenzaam. 

-2-

Ik keek op mijn wekker. Kut, ik was laat! Tijd was zo’n vaag concept. Soms vloog de tijd voorbij en soms leken minuten wel uren te duren. Vanmorgen vloog de tijd voorbij. Ik moest de kippen voeren (een echte rotklus), en de deur van de ren klemde. Ik stond op het punt om de kippen gewoon in die ren te laten zitten en ze te laten verhongeren. Soms kwam er iets duisters in mij naar boven waar ik me heel even voor schaamde, maar ik liet het dan weer gaan omdat ik geloofde dat iederéen zo’n duistere kant had. Dit was één van die duistere momenten. Ik had zonder problemen die kippen in hun ren kunnen laten zitten en ‘s nachts kunnen luisteren naar hun klaaglijke en hongerige getok. Gekrijs eerder. Maar iets hield me tegen. Misschien was het mijn geweten. Misschien was het mijn brein en wilde ik de consequenties ontlopen. Ik weet niet wat het was, maar ik weet wel dat ik anderhalf uur aan de deur van de ren heb staan sjorren om het ding open te krijgen. Er waren vaker momenten dat de tijd snel leek te gaan, of niet eens leek te bestaan. Dat was wanneer ik met haar was. Met Charlotte. Charlotte Koning. Charlottes ouders waren naar Amerika verhuisd toen ze zes was. Oorspronkelijk kwamen de Konings uit Nederland. Daar waren ze zo rijk en verveeld dat ze besloten naar Amerika te verhuizen, naar dit gehucht, want waarom ook niet? De Konings woonden in het zuiden (natuurlijk), en ik werkte in één van de eigendommen van Charlottes vader: het eetcafé. Haar vader, Samuel Koning, was een vriend van mijn vader. En dit had mij de mogelijkheid tot een baan in het zuiden gegeven. Toch haatte haar vader mij stierlijk. En dat was lastig, want Charlotte Koning was de liefde van mijn leven. 

-3-

Het was mijn eerste dag in het eetcafé. Samuel Koning had zijn kok de taak gegeven mij rond te leiden door het sfeervolle tentje. We begonnen in de kleine keuken, zijn territorium. Als je de keuken uit liep stond je achter de bar. De bar werd mijn plekje. Hij was gemaakt van donkerbruin hout en de vorm deed me denken aan het vierkante haakje op je toetsenbord. Op het midden van de bar stond de tap en achter mij kasten met glazen en schoteltjes en koelkastjes met drankjes en taarten. Helemaal rechts op het aanrecht zag ik een chic koffiezetapparaat staan.

Onder de bar stond een iets kleinere, witte koelkast waar ik drinken voor mezelf uit mocht halen. De rest van de ruimte zag er sfeervol uit, met grote ramen langs alle wanden waardoor er veel daglicht naar binnen kwam. Samuels kok liet me zien uit welk apparaatje de bonnetjes kwamen, en dan was het alleen nog een kwestie van inschenken en serveren. “Wel met een lach jongen! Anders komen de klanten niet meer terug.” Hij probeerde het niet eens als een grap te laten klinken. Ik snapte zijn angst wel. Ik was ook maar een lang, slungelig joch uit het noorden met onheilspellende, donkere ogen en sluik zwart haar. Erg uitnodigend zag ik er niet uit. Ik werkte al twee weken in het eetcafé toen ik Charlotte voor het eerst zag. Het was op een dinsdagochtend, ik moest het café openen. Ik was aan het klooien met mijn sleutelbos. Er hingen wel tien sleutels aan waarvan er één was bedoeld om de deur te openen. Van de functie van de andere negen had ik geen idee, ik wist alleen dat het verdomd moeilijk was de goede sleutel te vinden. Toen ik met de laatste sleutel de deur probeerde te openen, opende iemand hem ineens van binnenuit. Ik schrok. Ik was altijd de enige die om zes uur ‘s morgens aanwezig was. De kok kwam vaak pas rond een uur of drie. Het meisje dat opendeed schatte ik rond een jaar of 17, iets jonger dan mij. 

Ze leek wel een engel hoe ze daar met haar lange, blonde krullen in de deuropening verscheen. De ochtendzon deed haar haren glinsteren. Het meisje lachte: “niet schrikken, hoor, ik woon hier.” Ik keek haar niet-begrijpend aan. “Ik ben de dochter van Samuel”, legde ze uit, “wij wonen hierboven,” ze wees met haar wijsvinger naar het plafond, “dit is de enige weg naar buiten.” Ik glimlachte en voor ik het wist stak ik mijn hand uit. “Hoi, ik ben Aidan, ik werk hier net een paar weekjes. Kan ik koffie voor je inschenken?” Ik verbaasde mezelf, ik was geen prater. Beter gezegd: ik was flink ongemakkelijk. Op de één of andere manier voelde ik me bij dit meisje op mijn gemak. “Helaas, ik moet naar school nu. Ander keertje?” het klonk meer als een feit dan als een voorstel. Ze kwam een andere keer koffiedrinken. De rest van de dag had ik met haar in mijn hoofd gezeten. Ik kreeg zelfs een compliment van de kok over mijn gastvrije houding.           De weken na mijn kennismaking met Charlotte had ik iedere ochtend nerveus de deur geopend, in de hoop dat ze er weer zou zijn. Toen ik het na drie weken had opgegeven en de taarten aan het snijden was een half uurtje voor opening, kwam ze ineens binnen. Ik voelde een intense blijheid. Geluk kon ik het wel noemen, het was de eerste keer dat ik geluk voelde. “Een latte macchiato graag, welke taart ben je aan het snijden?” vroeg ze terwijl ze schaamteloos plaatsnam op een barkruk. “Appel/peer, taart van het seizoen, je krijgt een stukje van het huis. Laten we anders even gaan zitten, ik heb tijd over.” Dat was gelogen. Het hele café moest schoon zijn voor opening, maar het kon me niet schelen. Samen zaten we aan een tafeltje te praten, uitkijkend over het meer en de mooie zonsopgang. We praatten over van alles en nog wat. Muziek, films, droomvakanties. Ik was blij dat mijn woonplek en opleiding niet aan bod kwamen. Dan zou ze meteen uitgekeken op me zijn. Ik gooide twee zakjes bruine suiker in mijn koffie en roerde het door. Charlotte lachte erom: “drinken ze zo koffie in het noorden?” Ik stikte bijna in mijn eerste slok. Ze wist dat ik uit het noorden kwam. Ik keek haar aan. Wantrouwend. Ze lachte nog eens toen ze mijn gezichtsuitdrukking zag. “Rustig maar. Het is niet alsof ik hier met een crimineel zit te praten. Toch?” Ik wist dat het een retorische vraag was maar door mijn zenuwen gaf ik serieus antwoord. Charlotte glimlachte. “Het zou wel fijn zijn als mijn vader niks van onze wekelijkse koffiedates wist.” Wekelijkse koffiedates. Wekelijks. Dates. Ik wist niet dat er daadwerkelijk iets als vlinders in je buik bestond, maar ik voelde ze op dat moment wel. Ik glimlachte naar haar.

“Wekelijkse koffiedates, dat klinkt goed. Geen zorgen, ik houd mijn mond wel.” 

-4-

Het was een jaar nadat ik Charlotte had leren kennen. Voor die tijd wist ik niet wat liefde was. Vrienden en familie had ik niet, en wat mijn vader mij aan “liefde” gaf voelde niet echt als liefde, maar meer als een plicht. Ik geloofde nu in ware liefde. In soulmates. Als ik aan Charlotte dacht, en met haar praatte, voelde het alsof onze zielen verbonden waren. Charlotte voelde hetzelfde. Ik had het er met haar over gehad. Nog zoiets geks. Ik praatte niet over mijn gevoelens. Al helemaal niet over zulke gevoelens. Maar wel met haar. Mijn relatie met Charlotte ging snel de goede kant op.  Het begon de dag na onze eerste koffiedate. Ik opende de deur van het eetcafé en liep naar de bar. Daar opende ik met een automatische beweging de witte koelkast onder de bar om er een pak melk uit te halen, toen ik iets op de hendel voelde. Ik keek naar de voorkant van de koelkast en zag een wit lijntjespapiertje vastgeplakt met plakband aan de hendel. Ik vouwde het open: Werk ze vandaag ; ), zie je dinsdag xxx Char. Sinds toen plakte ze een jaar lang iedere ochtend briefjes op de witte koelkast. Eén keer per maand gingen we ‘s nachts zwemmen in het meer. Ik met het mooiste meisje ter wereld, zwemmend in het koude water onder het maanlicht. Het was ook daar dat we onze eerste kus deelden. Ik dook vanaf de stijger het water in. Zij sprong achter me aan. “Wedstrijdje doen?” vroeg ze. “Prima, je wint toch niet,” zei ik terug, en ik begon als een gek te zwemmen. Het zou een deel van mijn mannelijkheid aantasten als ik dit niet zou winnen. Ik raakte bijna buiten adem toen ik met mijn linkerhand de modderige rand van het meer voelde. Ik kwam boven water en veegde met de rug van mijn hand waterdruppels uit mijn gezicht. Toen ik me omdraaide zag ik dat Charlotte nog ruim vijf meter achterliep. Ze kwam boven water om naar adem te happen en zag mij bij de kant wachten. Ze glimlachte en kwam langzaam dichterbij zwemmen. Haar haren waren nat. Haar huid zag er prachtig uit in het maanlicht. “Wat ben je mooi,” zei ik tegen haar. Ze zwom door tot ze een centimeter van me weg was en legde haar handen tegen mijn wangen aan. “En ik ben helemaal van jou,” fluisterde ze. Toen kusten we. Zij begon niet, ik begon niet, we deden het tegelijk.

[…]

Verder lezen? Koop het hele verhaal hier. Kosten: Aantal woorden 3002 x € 0,001 = € 3.00 btw € 0,27 + betaalkosten € 0,30 = € 3,57.

Of word abonnee.

Extra donatie aan de schrijver.

X