Ik sta op een grijs, stenen balkon. Het zou zo aan een flat in communistisch Duitsland hebben kunnen zitten. Ikzelf had er een andere kleur voor gekozen. Lichtpaars, misschien. Het fleurt de boel een beetje op, maar wel op een galante manier. Ik laat mijn ellebogen op het steen rusten en leg mijn kin in mijn handen. Eerder zou het balkon ruw en koud hebben aangevoeld, nu voel ik niks. De stad ziet er mooi uit vanaf hier. Het lijkt alsof ze is opgeslokt in een donkerblauwe nacht. Alleen het centrum wordt verlicht door de maan. Op de een of andere manier lijkt het of er een ufo boven dat deel hangt.
Binnen galmt Nirvana door de luidsprekers. Ik hoor gedempte stemmen. Ik heb geen zin om terug naar binnen te gaan. Het is er veel te druk. Bijna iedereen heeft gebruikt. Op de kleine tafel in de kamer liggen lijntjes klaar voor de volgende gebruiker. Om hun creativiteit aan te wakkeren, zeggen ze. Eigenlijk is het gewoon om te ontsnappen aan de werkelijkheid. Net als kunst. Kunst is ook ontsnappen aan de werkelijkheid.
Ik begon met schilderen toen ik 11 was. Altijd thuis, in mijn eentje. Niemand wist dat ik schilderde en dat wilde ik graag zo houden. Ik hield er niet van om in de schijnwerpers te staan. Dit veranderde allemaal toen ik gedumpt werd.
Er is altijd een jongen die een jong meisje laat weten dat ze niemand kan vertrouwen. In mijn geval was dat Cas. Ik was tot over mijn oren verliefd op hem. Onze relatie duurde precies twee jaar: van mijn dertiende tot mijn vijftiende verjaardag. Op mijn dertiende verjaardagsfeestje kregen we verkering. Ik hield van Cas en ik dacht dat hij ook van mij hield. We deden alles samen. Van ‘s morgens tot en met ‘s avonds waren we bij elkaar. Hij haalde me op voor school, in de pauzes lunchten we samen, na school dronken we samen koffie en af en toe stiekem wodka uit een waterflesje. Vaak maakten we samen ons huiswerk of gingen we met de hond lopen. Soms bleven we ‘s nachts zelfs aan de telefoon als we aan het slapen waren, zo voelde het alsof we dichter bij elkaar waren. Op een gegeven moment hoorde hij bij onze familie en ik bij het zijne. Hij was niet alleen mijn eerste liefde, hij was ook mijn beste vriend. Hoe cliché het ook klinkt. Ik kon hem niet kwijt.
Een paar weken voor mijn vijftiende verjaardag kwam ik erachter dat hij was vreemdgegaan. Ik gaf hem nog een kans. Toen kwam mijn vijftiende verjaardagsfeestje. Mijn hele familie was er, en een paar van mijn beste vrienden. Toen Cas de kamer binnen kwam lopen zag ik al aan zijn gezicht dat er iets mis was. Hij kwam naar me toelopen, zei ‘lieverd ik kan dit niet meer’, en de grond zakte weg onder mijn voeten. Ik weet nog dat ik vroeg, ‘wat kan je niet meer?’, en dat mijn stem veel hoger en harder klonk dan ik wilde. Het kwam erop neer dat hij meer voelde voor het meisje met wie hij was vreemdgegaan dan voor mij. Ik werd ongelooflijk misselijk en heb overgegeven op het toilet. De rest van mijn verjaardag heb ik huilend in mijn bed doorgebracht. Mama heeft de visite maar naar huis gestuurd. Het ergste vond ik nog dat het leek alsof het hem niks kon schelen, en alsof hetgeen wat wij hadden nooit echt had bestaan.
[…]
Verder lezen? Koop het hele verhaal hier. Kosten € 1,50 + btw € 0,14 + betaalkosten € 0,30 = € 1,94.
Of word abonnee.
Extra donatie aan de schrijver.