Welkom bij ons magazine

Kattenwoensdag

‘Schiet nou op Elaine, straks missen we het.’

Marie greep de onderkant van haar jurk en gaf een paar stevige rukken aan de rok.

‘Ik wil het zien Elaine. Doe nou je kap op.’

Elaine lachte en haalde de kleine handjes van haar zusje voorzichtig los. ‘Ja ja, madame ongeduld. Ik kom er aan. Ze durven echt niet zonder je te beginnen hoor.’

Met een norse frons liet Marie zich op de vloer zakken. Zuchtend en steunend zette ze haar handen onder haar hoofdje, alsof ze daar al uren zat te wachten. Elaine streek haar rok glad en pakte de witte kap van moeder uit de hal. Een kanten exemplaar met prachtig borduursel langs de rand. Moeder zou toch pas terugkomen als het hele spektakel voorbij was. Ze trok een paar lange blonde lokken onder het hoofddeksel uit en knoopte het strikje aan de achterkant vast.

‘Ben je nou eindelijk klaar.’ Marie lag inmiddels languit op de vloer, haar gezichtje tegen de koude stenen ‘Ik wacht echt al honderd jaar.’

‘Nou laten we maar gaan dan, als je nog kunt lopen tenminste.’

Marie stak haar tong uit, lachte hard en sprintte voor haar uit de straten van Ieper op. Het was er eentje die kleine. Als Elaine haar mee naar de stad nam stonden de mensen altijd naar ze te kijken. Dan praatte Marie te hard, trok ze een lange neus naar een nette heer of rende ze tussen de marktkramen door en stootte alles om. Moeder noemde haar soms plagend petit homme, maar Marie deerde dat niet, die vond jongens alleen maar stoer.

Elaine volgde haar zusje naar buiten. ‘Ho even madame, pak mijn hand eens.’ Ze strekte haar arm uit en Marie pakte hem stevig vast.

‘Spannend is het hè Elaine. Ik ben zo benieuwd naar de katjes.’

‘Ik ook, de laatste keer is zo lang geleden.’ Elaine voelde de spanning in haar maag borrelen. In 1578 had ze aan vaders hand bij de lakenhal gestaan. Ze stonden te ver weg om echt iets te zien en dat was maar beter zo, zei haar vader toen.

Via de Sint-Maartenskerk liepen ze langs de achterkant van de lakenhal. De Belfort in het midden van het gebouw rees hoog boven het plein uit. In de kruin van de toren stonden trompetblazers klaar voor het bijzondere schouwspel. Het plein aan de andere kant stond vol met mensen. Elaine hoorde het geroezemoes langzaam aanzwellen.

‘Jan van Damme gaat het doen heb ik gehoord,’ zei de dikke vrouw van de slager.

‘Gaat hij echt op die plank staan denk je,’ fluisterde haar vriendin terug.

‘Ja vast en zeker, het is een dappere knaap.’

Elaine hield haar hand boven haar ogen en tuurde omhoog. Uit de torenspits stak een houten balk scheef over het marktplein heen.

‘Kom Elaine,’ Marie trok aan haar arm, ‘daar is een goede plek.’

Ze stopte onder een kale eikenboom op nog geen dertig meter van de toren. Het grijze dak glinsterde in de zachte winterzon. Honderden mensen drongen bij elkaar op het plein. Dertien jaar zonder, en nu het eindelijk weer mocht ,was heel Ieper uitgelopen.

Bonjour.’ Het was Remi. Hij stond nog geen twee meter bij haar vandaan. Elaine ‘s hart maakte een sprongetje.

‘Leuk je te zien Juffrouw Elaine.’ Hij nam zijn hoed even af en knipoogde. ‘Marie was zeker niet te stoppen.’ Hij wees naar het kleine meisje dat zo hoog mogelijk op haar tenen probeerde te staan.

‘Het was een lange ochtend ja.’ Ze draaide aan de krul langs haar oor en glimlachte.

[…]

Verder lezen? Koop het hele verhaal hier. Kosten € 1,50 + btw € 0,14 + betaalkosten € 0,30 = € 1,94.

Of word abonnee.

Extra donatie aan de schrijver.

X