Welkom bij ons magazine

Kringen in het meer

Hij keek naar de plek waar de kringen in het water langzaam verdwenen waren. Een minuut geleden, veel meer was het niet. Julian herkende de golfjes.  Ze waren hetzelfde als wanneer ze stenen over het water ketsten.

            ‘Zullen we kijken wie het verste komt?’ Haar stem galmde over het meertje. Ze pakte een platte kiezel en liet hem over het oppervlak suizen. Pas na acht keer stuiteren kwam de steen tot stilstand en zonk naar de bodem. ‘Nu jij Juul.’

            Gek hoe zo iets kleins op zo iets groots kon lijken. Julian bleef naar de plek staren waar de rimpelingen waren opgelost. Nu was het water spiegelglad. Als de steen tot stilstand kwam zag je er niets meer van. Hij knipperde even met zijn ogen en keek opnieuw. Elke druppel bleef onbewogen.

            ‘Je gaat nooit van me winnen.’ Ze knipoogde naar hem en pakte nog een steentje van de grond. Na tien sprongen verdween het eindelijk onder het wateroppervlak. Ze draaide zich grijnzend naar hem toe en strekte haar armen uit.  

            Hij kon haar handen bijna in zijn haar voelen. Hij kon haar scherpe glimlach bijna zien. Maar net als hij dacht dat ze het was, verdween het beeld als een mist over het strakke water. 

Julian keek naar de zon. De geur van natte herfstbladeren prikkelde in zijn neus. Het was een perfecte dag. Voor de wandeling had hij alleen een vest aangetrokken. En hoewel de bomen al bruine en gele tinten kregen had hij het al snel rond zijn middel geknoopt.

            Zou het inmiddels een half uur geleden zijn? Het leek al mijlen ver weg. Ze hadden samen in het bos gelopen, Sjors rustig naast hen aan de riem. Nu stond hij hier zonder haar aan de rand van het strand, starend naar de plek in het meer.

            ‘Zullen we een spelletje schaak spelen?’ Hij hoorde haar stem weer over de plas klinken. ’Dat vind je toch leuk?’ In zijn gedachten nipte ze van haar glas lichtrode wijn. Zoals elke zaterdagavond. ‘Veel leuker dan een avondje weg.’

Hij slikte even. Hij zou niets zeggen, hij zou niets laten zien. Zo was hij niet. Het maakte de hele gebeurtenis nog wranger. Ze had hem ook niets gevraagd. Ze had enkel wanhopig gesparteld, tot ze in stilte naar de diepte was gezonken.

            ‘Ik weet dat je van me houdt Juul. Ik weet het, zelfs als je het nooit zegt.’

In zijn ooghoek zag hij de roodkleurige wilg zijn takken over het water buigen. Zijn wangen waren droog. Zijn ogen prikte niet. Er zat geen brok in zijn keel. Ook Sjors, die kletsnat naast hem zat, keek rustig uit over de plas. Zijn tong hing uit zijn bek en het troebele water droop langs zijn vacht in de droge grond.

            ‘Vanavond is het feestje van Saar toch? Voor haar verhuizing naar de stad.’  De rimpel boven haar rechteroog werd een beetje dieper. ‘Verschrikkelijk toch, hoe kan ze het Marian aandoen. Jij laat je moeder tenminste niet alleen.’

Ze knoopte de ceintuur van haar okergele jas los en trok de sierlijke drukkers open.

            ‘Marian doet net of het haar niet deert, maar ik weet wel beter. En dan doet ze ook nog alsof ik jou zou moeten loslaten.’ Ze hing de jas over haar arm. ‘Maar ze heeft geen idee waar ze het over heeft. Ik heb haar gezegd dat jij zo niet bent Juul.’ Een glimlach vulde haar hele gezicht. ‘Jij bent de beste zoon aller tijden.’

            Hij lachte niet terug. Hij keek alleen maar in haar beklemmende blik. Hij wist dat ze het wel zag. Ze liet het er gewoon niet uit. Hij was de zoon die alleen luisterde. Zo was het altijd gegaan. Ze verdrukte zijn ziel met haar aandacht. Ze vulde zijn leven met oneindige eenzaamheid. En hij zei niets. Hij zat alleen op zijn kamer en voelde zich zo alleen dat zijn oren ervan suisden.

            ‘Zullen we deze afslag nemen?’ Ze wees naar rechts, ‘dan gaan we nog even langs het strandje.’

Julian knikte en volgde in zijn moeders voetstappen. Zoals altijd.

            Langs het smalle pad met de dennenbomen begon de hond ineens aan de lijn te trekken. Sjors blafte luidkeels naar een onbekende vijand.

            ‘Sjors, rustig aan jongen.’

Ze pakte de riem met beide handen vast. Maar de hond deed niet rustig. Hij begon steeds harder aan de lijn te trekken en sleurde haar achter zich aan. De bladeren op het bospad glansden van de dauw. Julian zag hoeveel moeite ze had om de riem vast te houden. Haar schoenen gleden weg op de gladde grond en voor hij het wist had ze hem los gelaten. Sjors sprintte weg. Blaffend rende hij het strandje over en verdween in het donkere water.
[…]

Verder lezen? Koop het hele verhaal hier. Kosten € 1,50 + btw € 0,14 + betaalkosten € 0,30 = € 1,94.

Of word abonnee.

Extra donatie aan de schrijver.

X