Welkom bij ons magazine

Madeleine

Madeleine

Petra van Engelenburcht

   We gaan allemaal een keer…

      Madeleine ligt uitgestrekt op de bank in haar witte ochtendjas. Ze wikkelt haar lange blonde haren lachend om een hand. Mark zit op de grond. Hij streelt haar lange slanke benen en kriebelt haar voeten.
   ‘Je hebt zulke mooie voeten, Madeleine,’ verzucht Mark.’ Daar viel ik meteen op toen ik je zag. Je droeg die leuke kleine rode sandaaltjes met dat hoge hakje en zag er zo charmant uit. Je lange blonde haar glansde in het lamplicht. Ik moest je hebben.’
   Madeleine wiegelt giechelend heen en weer. Ze buigt voorover en krioelt door zijn donkere krullen. Ze geniet van de aanbidding in zijn bruine ogen, terwijl ze gekriebeld wordt onder haar voeten. Ze trekt een pruillip. ‘Is er dan niets anders wat je mooi aan me vind?’
   Mark buigt zich meteen naar voren en grijpt haar handen. Hij begint haar vingers een voor een te kussen. ‘Je benen, je handen, je prachtige blauwe ogen, je borsten. Madeleine, je bent adembenemend,’ verzucht hij.
   De knappe vrouw glimlacht tevreden. Ze bekijkt veelbetekenend de platina ring met de grote diamant aan haar rechterhand. ‘Had je mij dan niet liever getrouwd?’
   ‘Oh nee,’ zegt Mark hartstochtelijk. ‘Jouw Harold is een bofkont, om jou de hele dag en nacht te mogen vereren, mijn verhouding met jou, dat is veel leuker.’
   ‘En wat?’ Madeleine trekt een been op en strijkt ermee over zijn buik. ‘Als jouw vrouw erachter komt?’
   ‘Anneke? Welnee. ’ Mark begint te lachen. ‘Anneke weet toch dat ik, als handelsreiziger veel onderweg ben. Ik ga me altijd douchen en verkleden, ze zal er nooit iets van weten.’
   ‘Het is wel grappig,’ giechelt Madeleine. ‘Dat jouw vrouw nu net de secretaresse is van mijn man.’
   ‘Ja, wie weet hebben ze ook wel iets met elkaar,’ knikt Mark lachend. ‘Het is enorm grappig dat ik zoveel contact met je man heb via de computer, maar hem nog nooit heb gezien.
   ‘Nou zeg!’ Madeleine luistert niet eens. Ze kijkt meteen boos. Je zegt me toch niet dat mijn man me ontrouw is?’
   ‘Ach lieverdje,’ Mark haast zich haar te sussen, ‘wie zou jou nu ontrouw kunnen zijn?’ Ze beginnen hartstochtelijk te zoenen. Mark maakt het koord van haar ochtendjas los en ontbloot haar schouder.
   Ineens rinkelt de voordeurbel.
   ‘Oh nee!’ Madeleine trekt snel haar ochtendjas dicht. Ze maakt zich los van Mark en springt op. Hij wil zich net over haar heen werpen, maar ploft met de snoekduik hard op de bank neer.
   ‘Snel,’ gebaart Madeleine wild, ‘doe jij open, het is vast de glazenwasser.
   Hij belde gisteren al dat hij zou komen.’
   ‘De glazenwasser,’ Mark kijkt haar verschrikt aan. ‘Maar wat als hij me niet kent? Als hij over ons gaat praten?’
   ‘Ach wat,’ Madeleine loopt snel weg, ‘ik verkleed me even. Betaal die vent en dan gaat hij weer weg. Hij heeft Harold nooit eerder gezien.’
   Madeleine loopt de kamer uit.
   Mark gaat naar de hal. Hij doet de deur open, net dat er opnieuw volhardend gebeld word.
   ‘Verdomme, dat werd tijd.’ Met deze uitval loopt de man die buiten stond, meteen door naar binnen. ‘Ik sta al uren te wachten!’
   ‘Nou zeg. ’ Mark kijkt de binnenkomer verrast na. Hij doet de deur dicht en volgt de man. Deze ploft tot zijn schrik op de bank neer en trekt zijn schoenen uit.
   Al die tijd blijft hij naar de vloer staren. Daarna werpt hij zich languit op de bank met een arm over zijn ogen geslagen. ‘Madeleine, wees een schat,’ commandeerde de binnendringer. ‘Haal me even een enorme bak met aspirine. Ik heb hoofdpijn van hier naar Tokio!’
   ‘Mark schrikt. Met grote ogen loopt hij snel achteruit, naar de gang.
   Bij de trap naar boven sist hij: ‘Madeleine? Madeleine. Er is hier een vent!’
   Hij krijgt geen antwoord en Mark gluurt om een kiertje van de deur, de kamer weer in. Langzaam loopt hij weer naar de trap. Hij kijkt aarzelend om, wat moet hij doen? Waar blijft verdorie, Madeleine? Mark gaat maar weer de woonkamer in.
   ‘Oh, mijn hoofd.’ De man wrijft, nog steeds met gesloten ogen zijn slapen. ‘Herinner me eraan, schat,’ zegt hij hardop. ‘Laat me nooit meer overdag sake pimpelen met een stel uitgelaten Japanners in een Karaokebar.
   ‘Oh mijn god, mijn arme hoofd. Heb je al de aspirine?’
   Mark staart verschrikt naar de uitgestrekte hand.
   Als de man er niets in krijgt, doet hij zijn ogen open en ziet Mark staan. Hij springt meteen overeind. ‘Wie fort de hel ben jij? Wat doe jij hier?’
   ‘Eh, ikke?’ Mark staart hem hulpeloos aan.
   Het zweet breekt hem uit. Mark trekt aan zijn kraag en zwaait nerveus met zijn handen. Hij weet niets te verzinnen.
   ‘Zo, hier ben ik weer, vind je me dit ook mooi staan?’ Madeleine komt verleidelijk heupwiegend de kamer binnen. Ze heeft een gitzwart jurkje met diepe uitsnijding aangetrokken. Sierlijk draait ze een rondje, waarbij haar lange goudblonde haren meedraaien.
   Madeleine verstrengelt haar handen boven haar hoofd, maar de uitdagende pose verstijft als ze op de bank haar man ziet zitten. ‘Harold? !’ Madeleine laat haar armen omlaag vallen. ‘Wat doe jij nou hier?’
   ‘Ik kan jou liever vragen wat die man hier doet,’ zegt Harold koel. ‘Madeleine, wie is dat?’ Zijn hand wijst beschuldigend naar Mark.
   ‘Toe nou, Harold,’ pruilt Madeleine. ‘Doe nou niet zo gek. Je denkt toch niet dat ik iets met de glazenwasser heb?’
   ‘De glazenwasser?’ Mark en Harold zeggen dat tegelijk, ze klinken even verbaasd.
   ‘Ja, de glazenwasser,’ knikt Madeleine zenuwachtig naar Mark.
   Mark knikt nu ook. ‘Aangenaam meneer,’ zegt Mark en loopt met uitgestrekte hand naar Harold, ‘hoe maakt u het, ik ben de ramenglasser, eh de ramenwasser.’
   Harold schudt Mark zijn hand, maar laat meteen weer los. Hij kijkt fronsend naar zijn vrouw en vraagt streng. ‘Madeleine, waarom is de glazenwasser hier bij jou binnen. Waarom is hij niet buiten om de ramen te wassen?’
   Madeleine loopt snel naar haar tasje, die op een hoek van een tafel ligt. ‘Maar lieverd toch,’ zegt ze met hoge stem. ‘Je weet toch wel dat de glazenwasser elke maand betaald wil worden?’
   Harold ploft weer op de bank neer. Hij wrijft met gekweld gezicht zijn slapen. Daarna vraagt hij: ‘sinds wanneer laat jij je kleren aan de glazenwasser zien?’
   Madeleine trekt haar portemonnee tevoorschijn. Ze haalt onverschillig haar schouders op. ‘Jij bent er nooit, Harold. Ik wil toch graag het advies van een man, voor het feestje aanstaande zaterdag.’
   Opnieuw wordt er opdringerig gebeld, maar niemand maakt aanstalten om open te doen.
   Madeleine zoekt geld bij elkaar in haar portemonnee. Ze doet alsof ze daar erg druk mee bezig is. Weer wordt er irritant lang gebeld.
   Mark zwaait verlegen met zijn armen.
   Harold wrijft zijn slapen, hij staart fronsend voor zich uit.
   Mark begint zenuwachtig achteruit te lopen. ‘Zal ik opendoen,’ vraagt hij verlegen. Weer wordt er irritant gebeld.
   Madeleine telt rustig geld en kijkt niet op of om.
   De bel wordt ingedrukt en niet meer losgelaten.
   ‘Allemachtig nog eens aan toe,’ valt Harold boos uit. ‘Madeleine, ga eens kijken welke gek daar met die bel aan het spelen is!’
   Mark, blij met de afleiding haast zich achteruit. ‘Ik ga wel,’ zegt hij luid en is van plan om stiekem weg te glippen, maar zodra hij de voordeur opendoet wringt zich een boom van een kerel naar binnen. Hij heeft een kaal hoofd en gouden oorringetje in. In vale spijkerbroek, stevige laarzen en bruine trui met opgerolde mouwen, type stoere kleerkast staat hij Marks ontsnapping in de weg.
   ‘Zo,’ zegt de binnendringer luid, ‘net doen of je me niet hoort hé? Blij dat ik eindelijk eens iemand hier tref maat, mijn naam is Joop. Nou moet je goed naar me luisteren, vader, ik ben al zeven keer aan de deur geweest voor niets. Dokken en meteen of moet ik soms boos worden?’ Mark wordt hardhandig bij zijn arm gepakt en de woonkamer binnen geduwd.
   Madeleine, nog steeds druk aan het tellen met munten en briefjes, kijkt verbaasd op, als Mark naar binnen springt.
   ‘Wat doe je nou hier nog,’ fluistert Madeleine. Ze kijkt hem boos aan en daarna naar Harold, die zit met diep gebogen hoofd zijn slapen te wrijven. Boos wijst ze naar de kamerdeur en sist: ‘Maak dat je wegkomt!’
   ‘Dat ben ik niet van plan, dame!’ De binnendringer die nu ook de kamer staat, schuift zijn trui bij de armen nog eens extra omhoog. Meteen komen er flinke spierballen tevoorschijn. ‘Mijn naam is Joop. Ik ga niet eerder weg voor ik eindelijk betaald wordt,’ gromt hij.
   ‘Oh?’ Madeleine laat verschrikt haar portemonnee vallen. Rinkelend rolt kleingeld alle kanten op. ‘Ik eh,’ haast ze zich te zeggen. ‘Ik zoek net het geld bij elkaar.’
   ‘Madeleine?’ Harold gaat overeind zitten. Hij kijkt van zijn vrouw, naar Mark en daarna naar de onbekende nieuwkomer. ‘Madeleine, wie is deze vent nou weer?’
   ‘Oh, het is niets, Harold,’ zegt Madeleine snel. ‘Het is eh, iemand van de collecte!’
   ‘Collecte?’ Joop kijkt haar stomverbaasd aan. Ik kom helemaal niet voor een collecte, ik ben de…;’ ‘Sssttt!’ Tegelijk gebaren Mark en Madeleine dat Joop stil moet zijn. Verbaasd zegt hij niks meer.
   Harold schudt zijn hoofd. ‘Madeleine,’ zegt hij dreigend, ‘ik weet niet wat hier aan de hand is. Als je me nu niet meteen aspirine geeft, draai ik je jouw snoezige nekje om!’
   ‘Oh, natuurlijk Harold! Ik ga al!’ Madeleine draait zich om. Ze duwt Mark de portemonnee toe. ‘Betaal Joop,’ sist ze hem toe. ‘Snel!’ Daarna rent ze de kamer uit, de gang in en stuift, driftig hakkentikkend, de trap op.
   ‘Goed,’ Mark schuttert met het kleine rode damesportemonneetje. Hij kijkt bedeesd naar de boomlange man die meteen dreigend zijn spieren spant.
   ‘Hoeveel krijgt u?’
   ‘Nou, laat ik es zien.’ Joop haalt uit een kontzak een boekje en begint erdoor te bladeren. ‘In Mei ben ik geweest. In april, oh ja, juni niet, toen had ik vakantie. Twee weken naar Spanje. Maar in juli ben ik twee keer geweest, toen het zoveel regende, weet u wel.’
   ‘Oh ja,’ knikt Mark beleefd. Hij kijkt naar het agendaatje dat hem toegestoken wordt.
   Harold, nog steeds op de bank zittend, wrijft zich de slapen. Hij kijkt fronsend naar de twee mannen die over de agenda buigen.
   Op de trap klinken haastige voetstappen. Ineens een gil! Madeleine, op haar snoezige schoentjes met stiletto hak, valt bijna naar beneden.
   Hoorbaar valt er iets, van trede naar trede naar beneden. Het valt op de plavuizen in de gang, aan scherven. ‘Het is oké!’ Madeleine buigt hijgend over de trapleuning naar beneden. ‘Ik heb niets, lieverd. Wacht maar eventjes, Harold.
   Ik haal snel nieuwe.’ Weer rent Madeleine de trap op.
   Joop en Mark kijken naar de deur. Ze kijken naar Harold die gelaten achterover ploft en daarna elkaar waaraan.
   ‘Kijk, dat is dus zeven keer dat ik geweest ben. Iedere keer zei ze, ik kan nu niet betalen, mijn huishoudgeld is op,’ bast Joop terwijl hij Mark aankijkt. ‘Dat vind ik geen doen, begrijpt u wel. Ik werk er hard voor en dan wil je er ook graag geld voor zien.’
   ‘Natuurlijk,’ knikt Mark ijverig, ‘zegt maar wat u krijgt,’ in het portemonneetje zit ongeveer 25 Euro. Er ligt wat kleingeld op de vloer. ‘
   ‘Nou es kijken,’ Joop krabt zich achter zijn oor. ‘Ik krijgt 17.50 voor alle ramen boven en beneden, dus dat wordt dan zeven keer 17.50.’
   ‘Wat?’ Harold veert woedend overeind, maar zakt luid kreunend weer terug op de bank. ‘Wat is dat voor collecte als je daar 17.50 voor krijgt,’ barst hij woedend uit.
   ‘Collecte?’ Joop zet geërgerd de handen in de zij. ‘Hoor es man, ik laat me niet beledigen hoor, ik ben trots op mijn vak,’ zegt hij en klopt met brede grijns op zijn borst, ik ben de…;’
   ‘Harold!’ Madeleine komt binnen. Ze geeft achter Joop een harde gil, zodat hij een sprong van schrik maakt.
   ‘Kijk eens Harold?’ Madeleine rent snel naar haar man toe. ‘Hier ben ik eindelijk, met je aspirine. Kijk eens lieverdje? Drink het maar snel op.’
   Harold neemt het glas aan. Hij gooit de inhoud, zonder ernaar te kijken, in een teug naar binnen.
   ‘Madeleine,’ zegt hij, terwijl hij het glas met een harde tik op de tafel neerzet.
   Hij kijkt zijn vrouw dreigend aan, ‘wie zijn die mannen? Madeleine, ik waarschuw je. Als ik hoor dat je me ontrouw bent, dan vermoord ik je!’ Uit zijn jaszak haalde hij een pistool en richt dat op haar.
   Madeleine gilt van de schrik, ze deinst angstig achteruit.
   Mark en Joop kijken elkaar aan. Daarna tegelijk weer naar Harold die dreigend het pistool op hen richt.
   ‘Nu wil ik geen smoesjes meer horen,’ zegt Harold dreigend. ‘Vooruit, zeg op, wie zijn jullie of, of…’ Hij onderdrukt met moeite een geeuw en gebaart met het pistool, ‘Wie zijn jullie?’
   Joop en Mark steken tegelijk hun handen omhoog, terwijl Harold weer vreselijk moet geeuwen.
   ‘Nou ikke ben…,’ Mark kijkt panisch naar Madeleine.
   Zij fluistert nadrukkelijk: ‘Jij bent de glazenwasser!’
   ‘Ik zei het u al, meneer,’ haast Mark zich te zeggen. ‘Ik ben de glazenwasser.’
   ‘Zo? De glazenwasser,’ Harold wrijft over zijn ogen en geeuwt alweer.
   Even laat hij zijn hoofd zakken, maar kijkt na drie tellen weer op. Hij ziet Madeleine dwingend gebarend naar Joop: ze fluistert hem toe wat hij moet zeggen.
   ‘En mijn vrouw vraagt de glazenwasser of haar jurk haar mooi staat,’ zegt Harold op dreigende toon. ‘Jij bent toch de glazenwasser?’
   ‘Ja!’ Mark roept met hoog stemmetje, als het pistool met een zwaai naar hem wijst.
   ‘En jij?’ Joop steekt van de schrik zijn armen nog hoger, als het pistool naar hem zwaait. ‘En wie ben jij?’ Harold neemt de boomlange man dreigend op.
   ‘Ikke,’ Joop slikt. Hij kijkt van Madeleine die aanmoedigend fluistert naar Harold. Hij kiest snel eieren voor zijn geld, ‘Ik ben de melkboer.’
   ‘Zo?’ Harold geeuwt met wijd open mond. Hij draait zich loom naar Madeleine, ze is net naar Mark aan het gebaren, dat hij snel naar de gang moet gaan. Als ze ziet dat Harold naar haar kijkt, laat Madeleine snel haar armen weer zakken.
   ‘Dus dat is de melkboer? De melkboer die 17.50 per week van jou krijgt?’
   ‘Ja, dat is reuze handig,’ haast Madeleine zich om te knikken, ‘je hoeft maar een keer in de maand te betalen, Harold.’
   Harold geeuwt weer. Hij krabt zich met het pistool achter een oor. ‘Zeg eens? ‘
   Zijn stem begint lodderig te klinken. ‘Madeleine, wil jij beweren. Met die paar pakjes yoghurt en het glas melk dat ik elke ochtend drink, dat jij dan 17.50 in de maand kwijt bent?’
   ‘Nou,’ kijkt Madeleine onschuldig. ‘Je weet toch hoe duur alles tegenwoordig is, Harold.’
   Harold draait zich, luidkeels geeuwend, weer naar Mark. ‘Dus de glazenwasser is net hier en wil betaald worden?’
   ‘Ja,’ roept Madeleine opgelucht.
   Mark haast zich om te knikken. ‘Ik heb net gisteren alle ramen gedaan, meneer,’ zegt Mark. En, en, dat kost…’
   Hij hoeft niets meer te zeggen. Harold zakt naar voren. Hij glijdt van de bank af en ploft voorover op de grond. Het pistool klettert naast hem neer.
   ‘Allemachtig!’ Joop laat opgelucht zijn armen zakken. ‘Dat is me nou nog nooit overkomen zeg, dat ik bedreigd wordt met een pistool! Mot je meemaken!’
   Joop loopt naar Harold toe en schopt het pistool naar een hoek. ‘Hee jij, stombo? Durf me nou nog eens te dreigen, kom maar eens op?’ Joop heft dreigend zijn gebalde vuisten.
   Madeleine loopt ondertussen naar Mark toe. Ze laat zich in zijn armen vallen en breekt in huilen uit, ‘ik was zo bang,’ jammert ze.
   ‘Rustig nou maar, popje. Het is over,’ Mark klopt haar troostend op de rug. ‘
   Harold slaapt nu zijn roes uit. Als hij straks wakker wordt, zeg je hem maar gewoon dat alles een rare droom was.’
   ‘Ik vond het zo erg,’ snikte Madeleine. ‘Met dat enge pistool. Stel je voor dat hij op mij geschoten had.’ […]

 

 Verder lezen? Download het hele verhaal hier. Kosten: 3575 woorden x € 0,001 = € 3,58 + BTW € 0,32  + betaalkosten € 0,30 = € 4,20

Extra donatie aan de schrijver.

X