Welkom bij ons magazine

Mevrouw Suikerspin en het geheim van 1996

Mevrouw Zuurstok woonde op de hoek van de straat, in het huis met de rood-witte luiken. Hoe ze echt heette wist ik niet, maar we noemden haar Zuurstok, omdat ze altijd roze droeg. Roze jassen en jurken, roze regenlaarzen en sandalen, en altijd een roze strik in haar dunne blonde haar. Mijn broertje zei dat ze zelfs roze rook. Als ze op de hoek van de straat stond, kwam het soms in een walm naar je toe waaien. Als de geur van een kermis in mei.

En hoewel ze daar altijd al woonde, was ik zestien toen ik haar voor het eerst sprak. Deels omdat mijn moeder altijd zei dat we uit haar buurt moesten blijven, deels omdat het me ook weinig interesseerde.

Ik zat op het bankje bij de kleine parkeerplaats en rookte stiekem een sigaret. Als mijn moeder uit het badkamerraam zou kunnen kijken was ik er bij, maar dat was gelukkig geen optie. Zo lang ik me kon herinneren was het raam afgeplakt met donker folie.

Het was nog geen zomer, maar omdat het warm was droeg mevrouw Zuurstok haar gebruikelijke jurk met bloemetjesprint. Ze wuifde wat dat ik op moest schuiven en zette haar dikke billen naast me op de bank.

‘Weet je wat voor dag het is?’

Ik keek haar schuin aan en vroeg me af hoe oud ze eigenlijk was. Vijfenveertig? Vijftig misschien?

‘Het is woensdag mevrouw.’

‘Ja, ja dat weet ik natuurlijk wel. Maar het is een heel speciale woensdag.’

Ik nam nog een trek van de sigaret en inhaleerde de rook.

‘Ik weet het niet, sorry.’

‘Ik woon hier al twintig jaar weet je,’ ze schuifelde even met het achterwerk heen en weer, ’en vandaag ben ik precies zeventien jaar alleen.’

Ik keek haar een beetje verbaasd aan. Mevrouw Zuurstok streek de zomerjurk over haar knieën en zuchtte.

‘Heb je misschien ook een sigaretje voor mij?’

Ik twijfelde even. Als ik er een gaf, zou ze vast langer blijven zitten. Ik bestudeerde haar vreemde gezicht. De bolle ogen keken me indringend aan, als een roze kameleon op zoek naar haar prooi. Ik haalde het pakje uit mijn zak.

Ze stak de sigaret aan met een roze aansteker en zoog de rook naar binnen. Alsof het de eerste teug lucht in jaren was en ze die onwaarschijnlijk had gemist.

‘Hij was een aardige vent weet je, die laatste.’ Ze blies de rook in kringetjes de lucht in.

‘Hij kon gewoon niet omgaan met mijn sterke karakter.’ Ze haalden even haar schouders op.

‘Achteraf had ik dat maar moeten vergeven, dat was voor iedereen beter geweest.’

Op de parkeerplaats vochten twee duiven om een boterhamzakje.

‘Ik had ook nooit kunnen weten dat hij de laatste zou zijn natuurlijk, dan zou ik het anders hebben opgelost.’ Ze keek naar de roze lippenstift die achterbleef op de sigaret en duwde haar lippen tegen elkaar om de substantie opnieuw te verdelen.

‘Heeft je moeder het wel eens over die dag gehad?’

‘Over welke dag?’

‘Over deze dag natuurlijk meid, ze was toen zwanger van je.’

[…]

 

Verder lezen? Koop het hele verhaal hier. Kosten € 1,50 + btw € 0,14 + betaalkosten € 0,30 = € 1,94.

Of word abonnee.

Extra donatie aan de schrijver.

 

X