Welkom bij ons magazine

Nooit meer stil!

Bommetjes ontploffen, voetzoekers zoeken hun weg of liever hun prooi.

2021 is begonnen !

Als gepensioneerde hou ik van de rust van mijn tuin, de rust van de vogel die fluiten, van de rust van de egel die voorbij komt op weg naar voedsel, van de zoemende bijtjes op de ontluikende bloemen, van de ritselende, ruisende blaadjes van de bomen.

Plots hoor ik mijn buurman het gras afmaaien.

Het is zondag.

Was zondag niet de dag van rust, de dag van stilte, de dag van reflectie, de dag van tot stilstand komen in die drukke, helse stad ?

Ik ben niet gelovig maar ik begrijp waarom God deze dag koos om tot rust te komen. Misschien had hij ook wel genoeg van al dat lawaai.

De rust is voorbij.

Waar ga ik die nu zoeken ?

De straat op, de stad in….de voorbij razende auto’s, de fietsbel, de brandweerwagen, de politiewagen, help ik zoek mijn weg door het helse felle geschal.

Het is koopzondag ik kan misschien eens kijken in de stad welke winkels er open zijn. Ik begeef me naar de tramhalte waar reeds wat reizigers staan. De meesten, jongeren, met oortjes in hun oren.

Ik begrijp die jonge mensen nu  beter met hun oortjes. Oortjes, ik moest er altijd om lachen. Ik vond het ook altijd zo asociaal. Als je op de bus of tram naast zo iemand zat, kon je meegenieten of je afgrijs tonen voor hun genrekeuze van muziek. Temeer omdat het ook heel lastig was om zo iemand aan te spreken. Dan moesten ze eerst gewag hebben dat je hen aansprak, dan moesten ze die oortjes uit hun oren halen om je te verstaan, dan antwoordden ze op je vraag maar  tegelijkertijd staken ze hun oortjes weer terug op hun plaats. Niets is ergerlijker dan een gesprekspartner die duidelijk aangeeft geen gesprekspartner te willen zijn! Ik vraag me dan ook altijd af hoe zou het zijn als er een noodgeval is; zij zullen het niet door hebben, zij zullen het eerste slachtoffer zijn. Ik maakte me dan ook meer zorgen dan zijzelf. Ook hadden ze nooit door als iemand de plaats naast hen in nam. De enige plaats waar ze eens hun ganse leven kunnen blootleggen, is dan bezet door de oortjes.

Want nog ergerlijker is dan de oortjes zijn degenen die de ganse rit niet gescheiden kunnen zijn van hun gsm. Hele gesprekken kan je meevolgen. Alle talen passeren de revue. Alle werelden heb je gezien in één enkele bus -of tramrit. Je leert er wel enorm veel bij. Ah die klank ken ik. Ah dat lijkt op moeder…Oh neen nu maken ze ruzie, ah neen dat kan niet, ze lachen. Alle ellende van de wereld komt er ook voorbij. Zij weent, hij roept, zij lacht, hij geeuwt……..

Eenmaal aangekomen in de stad wordt het nog erger. In elke winkel schalt een ander muziekje. Hoe komt het eigenlijk dat we nu niet meer kunnen winkelen zonder muziek ?

En als dat nog niet genoeg is dan is er die stem door de luidspreker : “ verkoopster voor kassa 4”, “vandaag uitzonderlijk de maandverbanden 50 % goedkoper als je 2 verpakkingen koopt”,” tijdens de koopjesdagen vind je in onze afdeling vleeswaren  lam aan 25 euro de kg “.,

Tussen het gebabbel van de winkelende mensen en het gepiep aan de kassa vind ik mijn weg naar de uitgang waar een gepiep aldaar ook voor commotie zorgt. Niet betaald ?

Stickertje niet verwijderd ? De security komt aangelopen en brult dat de klant terug naar binnen moet. Kan dat niet een beetje vriendelijker? Of is dat ook al passé composé?

Weer buiten staat een orkestje zijn versie van Elvis Presleys “Suspicious minds” weg te geven, even verderop een celliste en op het einde van de straat een eenzame hippie die met zijn gitaar en aloude nummers de harten van de mensen probeert te stelen. Veel luisteren is er niet bij want om de haverklap wekt een fietsbel je op tot opletten, want de fietsers banen zich al slalommend een weg door de massa. Even verderop zet een baby het op een krijsen. Het tart alle decibels. Wat de moeder ook probeert, de baby houdt een geluidsgehalte aan dat zelfs doven toe omkijken. En als dat nog niet volstond, stijgt een gierende sirene van een politieauto over het krijsen van de baby uit.

Wat een commotie. Een relletje of heeft iemand een ongeval gehad. Zeker en vast zullen er nog wel sirenes aan te pas komen.

Ik maak me uit de voeten en spring een rustiger zijstraatje in. Weinig passanten, weinig winkels, weinig lawaai.

Oef !

Even adempauze.

Lang zal het niet duren want het is geen lange straat.

Op het grote plein vindt er juist een evenement plaats. De fanfare van de politie houdt er een concert ter gelegenheid van het nieuwe jaar. Mensen troepen samen, flitsen gaan af, er wordt meegezongen. Gelukkig is dit nu wel iets wat te pruimen is Alhoewel valse noten of schreeuwende kinderen zijn niet goed zijn voor het gehoor.

De neuzenverkoper in de verte pikt ook graag een graantje mee van al die volkstoeloop en verstoort de muziek met zijn roep: “Neuzekes, echte Gentse neuzekes”. Hij moet wel hard roepen want even verderop staat nog een neuzen verkoper. Die twee liggen al jaren met elkaar in de clinch en soms komt het tot een echt neuzen concert, het hele gamma aan vloek -en scheldwoorden wordt uit de kast gehaald. Tot de politie er een punt achter zet.

Aan de tramhalte pakt zich een massa volk samen. Wachtend op de eerste tram. Het is er een gegons van jewelste, iedereen spreekt door elkaar. Een claxon schrikt ons op. De bus had bijna een passant aangereden. Gelukkig is er niets ernstigs gebeurd. Iedereen pakt de draad weer op en zet zijn  gesprekken verder. Klingelingeling, de bel van de tram. De gonzende bijenmassa baant zich een weg naar de zitplaatsen, het wordt een gedrom van jewelste. Ook daar worden de gesprekken verder gezet. Plots moet de tram remmen voor een automobilist die geen voorrang verleent. Wie recht staat, verliest zijn evenwicht en vliegt achterover, zich vastklampend aan de andere reizigers. Het wordt een geschreeuw en getier tot iedereen weer bedaart en verder gaat met wat waar die mee bezig was. De chauffeur verontschuldigt zich en zet zijn rit verder.  De bel om een stop aan een halte aan te vragen, klinkt de gehele tijd. De tram loost zijn bijen één voor één tot ik bijna aan mijn stop ben.

Oef eindelijk de deuren gaan open en ik stap eraf.

Oef stilte !

Thuis gekomen hoor ik een geboor van jewelste. Och niet weer !  Voor de zoveelste keer tijdens deze coronadagen werkt de buurman aan zijn huis. Of laat hij werk uitvoeren. Vandaag wordt een nieuwe houtkachel geleverd. Daarvoor moeten extra rookgaten gemaakt worden om een rookkanaal naar het dak te maken. Men moet daarvoor boren in de muren beneden en boven tot boven in de nok om daar een afvoergat voor de rook te maken.

Het is een heen en weer geloop van werklui met materiaal. Gelukkig is het maar één dag.

Groot is dan ook mijn verwondering als ik de dag nadien een raar geluid hoor alsof iemand met een handdoek over de muren wrijft. Zo een schuifelend geluid. Net als iemand behangt en daarna het behang glad en effen strijkt met één of ander apparaat waarvan ik de naam niet ken.

Later blijkt dat het een stoommachine is waarmee je het oude behang verwijdert. Dit kon ik afleiden uit het opschrift op de wagen van de schilder. Meer dan een week was de schilder aan het werk bij de buurman. Meer dan een week gingen de schuiframen de ganse dag open en toe.

Aangezien mijn ochtendritueel bestaat uit koffie drinken in mijn meest geliefkoosde zetel; namelijk die zetel waarnaast een ovalen tafeltje staat met daarop de foto van mijn overleden ouders. Ze staan er lachend op. Dit aanzicht maakt deel uit van mijn ochtendritueel. Dit ritueel werd nu verstoord door al dat lawaai. Soms op dermate irriterende wijze dat ik me moest terug trekken in de keuken met gesloten deuren om aan het lawaai te ontsnappen.

Wat me vooral stoorde, is dat de buurman nooit de moeite neemt om mij te verwittigen dat ik last zal hebben van overlast. Dat irriteert me nog meer dan het lawaai zelf.

Zo ging het dus anderhalve week door.

Weinig had ik erop gerekend dat nadien alle schilderijen, souvenirs van verre reizen weer hun plaats aan de muur moesten bekleden en dat ging dan weer gepaard met het nodige boorwerk. Een gedril dat me altijd doet denken aan de tandarts en hoe ik erop tegen zie om plaats in zijn stoel te nemen en te laten boren in mijn tanden. Grrgh.

Verder lezen? Bestel het hele verhaal hier. Kosten 1940 woorden x € 0,001 = € 1,94 + BTW 0,17 + betaalkosten € 0,30 = € 2,41.

Extra donatie aan de schrijver.

X