Welkom bij ons magazine

Titel onbekend

Ik moet alleen even naar de wc. Het is pauze, ronde één is net afgelopen. Geen idee op welk congres ik beland ben. Ik ben hier op verzoek van de directie. Niet op eigen initiatief. Als ik mij opgeef voor een bijeenkomst, wat dan ook, dan kies ik de workshops weloverwogen uit. Nu weet ik de naam van het congres niet eens, laat staan het thema van de bijeenkomst die ik zojuist gevolgd heb. Om me kapot te schamen. Wat ik wel weet is, dat ik een tasje gekregen heb bij deze eerste workshop met een boek erin. Als een kind zo blij ben ik, want een cadeautje krijgen, een boek nog wel, dat is natuurlijk altijd leuk. Ik zal dadelijk meteen kijken naar de schrijver en titel maar eerst moet ik dringend een sanitaire stop maken.

Ik vraag iemand van het personeel naar de toiletten. De medewerker zegt me dat de wc op de eerste verdieping is. Wat raar, geen toiletten op elke etage, maar goed, ik naar de eerste verdieping. Ik neem de lift naar beneden. Dat is makkelijk, ik hoef maar één ‘halte’ lager.

Ik stap uit en het is net of ik in een andere wereld ben aangekomen. Ik zie en hoor niemand hier. Ik kom in een witte gang met allemaal deuren aan weerszijden. Het lijkt wel een ziekenhuisgang. Een hoogst steriele en vooral irritante gang. Ik word haast sneeuwblind van al die witte vloeren, muren en plafonds. Geen plant of poster te bekennen wat dit ijzige landschap ook maar enigszins opfleurt. Maar wat onbegrijpelijker is: waarom zijn hier nergens bordjes? Wat is hier het nut van? Hoe moeten bezoekers zoals ik nou weten waar ze naartoe moeten? Waarom niet werken met kleuren, zoals in sommige ziekenhuizen? In Nijmegen bijvoorbeeld, hebben alle etages van de oogkliniek kleuren. En niet alleen zijn de muren geverfd in een bepaalde kleur, maar hangt er ook op elke afdeling een bordje aan de muur met ‘rood’ erop geschreven bijvoorbeeld. Speciaal voor de kleurenblinden die wel lezen kunnen maar geen kleuren kunnen onderscheiden. Of waarom werken ze hier niet met namen, straatnamen? Een “Liftplein” of “Toiletten  promenade”  zou al een stuk duidelijker geweest zijn. Tot overmaat van ramp loopt deze helse gang ook nog in allerlei bochten en afslagen en nergens ook maar één bordje te bekennen waarop ‘toiletten’ of ‘wc’ staat. Als ik thuis ben ga ik direct een klacht indienen over de locatie. Wat denken ze wel, om mensen zo het bos in te sturen! Los van mijn ergernis, word ik tevens lichtelijk nerveus. Omdat ik nodig moet, logisch, maar ook omdat de volgende ronde elk moment kan beginnen. En als het iets is waar ik een hekel aan heb dan is het aan te laat komen. Ik blijf maar lopen en lopen op een tempo alsof ik de weg als mijn broekzak ken, en ineens realiseer ik me dat ik de weg terug naar de lift dadelijk natuurlijk ook niet meer weet te vinden. Want door al die bochten en afslagen weet ik vanzelfsprekend niet meer hoe vaak ik rechts of links afgeslagen ben. Verdorie, waarom ben ik ook alleen gegaan? Naar dat congres bedoel ik. Naar het toilet kan ik normaliter wel alleen natuurlijk, maar het zou wel fijn geweest zijn als er een collega boven op me had zitten wachten. Nu weet ik niet wie ik moet waarschuwen dat ik later bij de volgende ronde kom. En ineens krijg ik het Spaans benauwd. Mijn tas! Met mijn telefoon! En verdorie, het tasje met het boek. Waar heb ik dat gelaten? Waarom ben ik als een kip zonder kop zo de lift ingestapt? Wie weet, is iemand er met mijn tas, tassen, vandoor gegaan. Hoe kom ik nu thuis? En, ook dat nog, mijn jas! Die hangt ook boven. Ergens. In een of andere garderobe. Geen idee waar, want een dame was zo attent om mijn jas aan te nemen. […]

Verder lezen? Koop hier het hele verhaal. Kosten € 1,50 plus BTW € 0,14 en betaalkosten € 0,30 = € 1,94.

Extra donatie aan de schrijver.

X