Welkom bij ons magazine

Tot op zekere hoogte

( 5 minuten leestijd)

De paters hadden in een van de gymzalen, het Rooms-Katholieke lyceum had er drie, alleen de tafeltjes voor de eindexamens door stoelen laten vervangen. Geen versie-ring, alleen een stoelenzee die uitkeek op een podium-constructie die tijdens de examens als controlepost had gefungeerd. Extra stoelen waren ook wel nodig, katho-lieke gezinnen waren talrijk en een diploma-uitreiking was toch echt wel een familieaangelegenheid, dus opa’s en oma’s werden ook verwacht. Die van hem zouden niet van de partij zijn, zij woonden te ver weg, onder de grote rivieren. En de ouders van de tweede man van zijn moeder waren te ver heen.

[…]

Lees meer

Nagelaten

De notaris oreert plechtstatig:
‘Wijlen uw oom was niet doelmatig,
slechts schulden resten na zijn sterven.’
‘Verbaast ons niet,’ zuchten de erven.
‘Hij was bij leven al nalatig.’

Lees meer

Viruswaarheid

(leestijd 1 minuut)

De GGD belt vanwege een positieve coronatest.
‘Tenslotte, mevrouw: hebt u last van smaakverlies?’
‘Integendeel, ik lust zelfs heel graag eten. Of is dat raar?’
‘Nee hoor. Ik adviseer u nog vijf dagen in isolatie te blijven en als u dan vierentwintig uur geen klachten hebt gehad, mag u weer naar buiten.’
‘Zonder nog een keer te testen?’
[…]

Lees meer

Verloren

Het bed heeft zich
ver van de wand verplaatst, de beweging
is groot, binnen twee weken
Staat het op de Piazza Navona of
We zeilen mond aan mond door de bergen als
De lakens maar stevig genoeg zijn.

Lees meer

Wie niet van het leven weet te genieten

De toekomst wist de sporen van het verleden.
Wat overblijft is de herinnering,
die vervaagt en langzaam uitdooft
Vergankelijkheid is de norm
Wie of wat ben ik eigenlijk,
anders dan een rimpeling in de tijd.
Verzet is zinloos.
Verzet tegen wat of tegen wie?
Gelijk Don Quichot tegen de windmolens?
[…]

Lees meer

Nachtbeeld

(14 minuten leestijd)

Naakt op een lubberende onderbroek na staat hij op de overloop, op een krukje om precies te zijn. Het is bijna twee uur, buiten is het stikdonker, zeker waar hij woont, binnen brandt nog één lamp, recht boven zijn hoofd, een peertje. Het bijbehorende lampenkapje heeft hij de laatste keer dat hij de gloeilamp verving uit zijn handen laten vallen en van de trap af laten stuiteren. De hal lag vol scherven.
Bijna tachtig is hij en dat is hem aan te zien. Zo onder dat peertje zijn alle groeven en rimpels, alle kloven en littekens goed waar te nemen. Zijn lijf draagt de jaarringen aan de buitenkant. Niet dat er iemand is om ze te tellen, hij is al-leen en bezig naar bed te gaan. Zodra hij die stap zet in de richting van de nu nog duistere slaapkamer zal hij ook met een dronken gebaar zijn slip omlaag trekken en op de grond laten vallen, maar eerst drinkt hij zijn glas leeg, het nog half gevulde whiskyglas in zijn linkerhand, met een proostend gebaar naar het lampje opgeheven.
[…]

Lees meer

Bloemstraat 61

(15 minuten leestijd)

“Studentenhuizen zijn even onveranderlijk als rivieren,” zegt de man als hij achter mij de smalle trap beklimt die naar mijn kamer leidt. Ik heb hem een paar minuten geleden slapend aangetroffen in de hal, achter de fietsen en de piz-zadozen. Het eerste wat mij opviel waren de blote voeten die onder een aftandse slaapzak uitstaken. Pas daarna zag ik aan de andere kant van die slaapzak wat grijze krullen. Mijn entree deed hem met een schok ontwaken, waarbij hij zijn hoofd stootte aan een trapper.
De buitendeur had op een kier gestaan, het slot is al kapot zolang ik hier woon. Dat is niet heel erg omdat je daarna nog een deur door moet die wel op slot kan, eigenlijk is onze hal een voorportaal dat we als fietsenhok gebruiken. Meestal klemt die buitendeur maar nu had de grimmige oostenwind hem toch op een kier geblazen, kriegelig kleine sneeuwvlokjes meenemend. Er had zich een hoopje ge-vormd op de deurmat dat daar niet eens was gesmolten. Conclusie: in de hal vriest het ongeveer even hard als buiten.
[…]

Lees meer

Stil…

Oren vul je uit volle borst
Vals is jouw geluid
Gepijnigd verwijder ik je korst
Verdovende echo’s brandmerken de huid

Stil…toch blijf je te luid
Alweer een deur die sluit

Tranen vloeien
Spijt…
Pijn laat je groeien
Mijn fout…geen verwijt

[…]

Lees meer

Ze noemden hem Jan

(8 minuten leestijd)

Het was een zachte nacht in maart toen hij geboren werd. In Groot-Ammers brandden nog kaarsen achter de kanten gordijnen van een klein wit huisje. De baby was hun eerste, en hij had bolle wangen en helblauwe ogen. Zijn moeder was dolgelukkig dat hij gezond geboren werd en sloot hem liefdevol in haar armen. Hij kreeg de naam Jan, naar de oud-ste broer van zijn vader. Niemand had toen gedacht dat dat geen toeval kon zijn. Dat het lot van kleine Jan met die naam al werd bezegeld. Alsof ze met drie letters een profe-tie over hem uitspraken. Een vloek, of misschien ook een zegen.
Het was 1927, een tijd dat de wereld niet op kon. In Amerika verdienden de burgers gouden dollars met de aan-delenverkoop. Nederlandse kooplui konden hun waar overal kwijt. De handel floreerde, en bloemen, kaas en boter gin-gen de hele wereld over. Ook Jans vader profiteerde daar van mee. Marius had een goede baan bij het rijk als zuivel-keurmeester en verliet hun huisje elke dag met opgeheven hoofd. Misschien was hij dan niet zo succesvol als zijn broer Jan, het inkomen voor zijn gezin kwam elke week binnen en dat was voor Marius voldoende.
[…]

Lees meer

Kringen in het meer

(6 minuten leestijd)

Hij keek naar de plek waar de kringen in het water langzaam verdwenen waren. Een minuut geleden, veel meer was het niet. Julian herkende de golfjes. Ze waren hetzelfde als wanneer ze stenen over het water ketsten.
‘Zullen we kijken wie het verste komt?’ Haar stem galmde over het meertje. Ze pakte een platte kiezel en liet hem over het oppervlak suizen. Pas na acht keer stuiteren kwam de steen tot stilstand en zonk naar de bodem. ‘Nu jij Juul.’
Gek hoe zo iets kleins op zo iets groots kon lijken. Julian bleef naar de plek staren waar de rimpelingen waren opgelost. Nu was het water spiegelglad. Als de steen tot stilstand kwam zag je er niets meer van. Hij knipperde even met zijn ogen en keek opnieuw. Elke druppel bleef onbewogen.
‘Je gaat nooit van me winnen.’ Ze knipoogde naar hem en pakte nog een steentje van de grond. Na tien sprongen verdween het eindelijk onder het wateroppervlak. Ze draaide zich grijnzend naar hem toe en strekte haar armen uit.
[…]

Lees meer
X