(8 minuten leestijd)
Omdat ik een uitnodiging had gekregen, waarin stond dat mijn aanwezigheid bij de opening van de schilderijen-tentoonstelling van Madelène de Boer, zeer op prijs zou worden gesteld, stond ik op een zonnige zaterdagmiddag in een wat bedompt straatje, waar zich de galerie bevond, waar ik mij zou gaan laven aan de creatieve oprispingen van Ma-delène.
Zij was de dochter één mijner kennissen en werd al op jeugdige leeftijd gegrepen door de kunst. Terwijl haar vriendinnen zich bezighielden met alles waar jonge meisjes zich op die leeftijd nu eenmaal mee bezighouden, kozen de innerlijke driften van Madelène een geheel andere richting en stortte zij zich met penselen en verf op het ongerepte doek. Zoals een bakker broodjes bakt, zo produceerde Ma-delène kunstwerken. De een na de ander, ze ging maar door, er was geen houden meer aan. Je brak je nek over de schil-derijen, in alle maten, van klein tot groot en alles wat zich daar tussenin bevond.
[…]