Beschrijving
‘Ik kan het niet geloven! Ik ben echt terug in de tijd! Hier sta ik, in het ziekenhuis van Braunau Am Inn in Oostenrijk in het jaar 1889. Het is toch wel 20 april?’ Sarah Rozenbaum knijpt in haar pols en de pijnsteek laat haar tevreden knikken.
‘Ik besta,’ knikt ze en kijkt snel rond, ze is alleen en trekt voor de spiegel in de dames wc haar witte gesteven schort recht. Ze duwt wat zwarte krullen onder het kapje op haar hoofd te duwen. Haar bruine ogen kijken vastberaden, ze weet dat er in het schort de injectiespuit wacht. Het enige wat niet klopt zijn haar voeten, ze heeft geen schoenen aan.
Even leunt de jonge vrouw op de wasbak en knijpt haar ogen dicht. De opdracht van haar opa’s was haar al vanaf jong met de paplepel gevoerd.
[…]
Extra donatie aan de schrijver.