Beschrijving
‘…goed je te zien, mijn beste, heel goed, kom verder, kom vooral verder…’ Goeiebuur zag er verward uit, verwilderd. Het als een huldeblijk bedoelde boekwerkje was in exponentiele proporties opgeblazen en losgeslagen. Hoe het netwerk precies werkt laat ik aan de wiskundigen over, maar volgens mij waren de aanstichters van de hetze zijn generatiegenoten die alsnog hun gram wilden halen. En van de weeromstuit vond ook hun activistische nageslacht dat zijn meningen niet onbestraft mochten blijven, vastgenageld moesten worden met hun even moraliserende als opruiende tirades. ‘Wat is dat toch, die behoefte van mensen, soortgenoten, om elkaar de maat te nemen.’ Met een artrotische plof liet hij zich op de bank in de voorkamer zakken. De voorkamer, die naast zijn televisie gevuld was met boekenkasten en met wat hij de parafernalia van zijn onvoltooid verleden toekomende tijd noemde, antieke, nautische instrumenten zoals een sextant, een kompas en een duikhelm. Een verzameling die getuigde van de blauwe maandag die hij naar eigen zeggen bij gebrek aan zeebenen op de Hogere Zeevaartschool had doorgebracht.
[…]
Extra donatie aan de schrijver.