Beschrijving
Twee dagen later voel ik me goed genoeg om de bedstee te verruilen voor de woonkamer. Eindelijk kan ik weer aan tafel zitten in plaats van de hele dag liggen.
Vanochtend kwam Anna langs, met kleine Jan. Geheel tegen zijn gewoonte in heeft hij geen woord gezegd. In het uur dat hij aan tafel zat, op zijn vaste plek links van mij, keek hij alleen maar naar mij. En naar de keuken. Anna werd er kribbig van.
‘Zeg toch eens wat tegen je grootmoeder, ik word ner-veus van dat zwijgen van jou,’ mopperde ze. Je zou toch denken dat ze het wel even lekker vond, die stilte. Meest-al verwijt ze Jan dat hij nooit zijn mond houdt. Nu ra-telde ze zelf aan een stuk door. Over van alles, behalve over wat er is gebeurd. O, ze heeft wel gevraagd of ik me beter voelde en of ik nog iets nodig heb. Ze had een warme maaltijd meegenomen en heeft wat opgeruimd in mijn huis. Maar geen enkele keer vroeg ze of ik enig idee heb wat me is overkomen. Ik heb haar een tijdje geob-serveerd en het viel me op dat ze rode ogen had, dat haar haar was losgeraakt uit de lage staart op haar rug en dat haar handen trilden. Ik kreeg de indruk dat het niet Jan was die haar nerveus maakte.
[…]