Beschrijving
‘Moeder, wat goed u weer te zien.’ Pieter kijkt me vrolijk aan als hij door de voordeur mijn woonkamer instapt. Achter zich trekt hij de kleine Jan mee alsof hij hem on-der protest moet meeslepen. Maar zodra de jongen mij ziet rent hij naar me toe en slaat zijn dunne armpjes om me heen.
‘Dag oma,’ schreeuwt hij in mijn oor. Sinds zijn moeder hem heeft verteld dat ik op leeftijd ben en niet meer alles goed kan horen denkt Jan dat hij heel hard moet schreeuwen om zich verstaanbaar te maken. Ik vind het lief dat hij zo zijn best doet en zeg er daarom maar niks van.
Misschien mag ik het niet zeggen als oma, maar Jan is mijn liefste kleinkind. Hij is de jongste, vernoemd naar wijlen mijn man en het zorgenkindje van de familie.
Toen mijn dochter ruim zes jaar geleden kwam vertellen dat zij en Pieter weer een kind zouden krijgen sloeg de schrik me om het hart.
[…]
Extra donatie aan de schrijver.