Beschrijving
Hans zei:
Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen,
Maar van mij mag niemand eraan komen
Hij zei: hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan de wind,
die in de bomen klimt
of uit de takken valt,
hoeveel ik van je hield.
Maar ik wil niet dat het verwaait door de wind
Hij zei: Vertel het aan een kind
dat jong genoeg is om het te begrijpen.
Maar misschien vertelt het het toch door
Hij zei: Vertel het aan een dier,
misschien alleen door het aan te kijken.
[…]